Voor zover zijn tijd dit toeliet stelde Hoog zich beschik baar voor verschillende functies in het verenigingsleven. Reeds in de jaren '90 der vorige eeuw vervulde hij enkele jaren het secretariaat der Vaste Keuringscommissie van de Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Tal van jaren was hij lid van de commissie voor nomenclatuur van de Al gemene Vereniging voor Bloembollencultuur, terwijl hij o.a. ook deel uitmaakte van de Brits-Nederlandse commissie voor de Tulpenclassificatie en nomenclatuur. De Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde koos hem in haar hoofdbestuur en benoemde hem later tot haar erelid. Van 1919 tot 1946 was hij voorzitter van de afdeling Haarlem der Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur, die hem bij zijn aftreden tot haar ere-voorzitter benoemde. Van het H. C. KRUSEMAN-fonds ten bate van bloemist-arbeiders was Hoog sinds 1920 mede-directeur en na 1929 voorzitter. Hoog vertegenwoordigde het bloembollenbedrijf in de (oude) Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem van 1911 tot 1922 en was lid van de Gemeenteraad van 1915 tot 1919. In deze hoedanigheid werd hij benoemd tot lid van de Schouwburg-commissie, welke functie hij na beëindiging van zijn raadlidmaatschap bleef vervullen tot 1941. In 1932 werd hij gekozen als lid van het bestuur van de Vereniging tot uitbreiding der kunstschatten van het Stedelijk Museum, waarvan hij tot aan zijn overlijden secretaris was. Naast de grote liefde voor zijn vak, koesterde Hoog warme belangstelling voor kunst en geschiedenis. Hartstochtelijk verzamelaar, begon hij met het aanleggen van een pracht col lectie oud-Hollands tin, om later zijn verzameling te verrij ken met fraai oud-Hollandse meubelen en schilderijen, waar onder zeldzame doeken van bloemenschilders uit 't begin der 17e eeuw, o.a. een persiflage op de Tulpenwindhandel van Jan Brueghel II. Hij wist beslag te leggen op een tul- penboek van Judith Leyster uit dezelfde periode. Voorts bezat hij een belangrijke collectie prenten en tekeningen van Haarlem en omstreken, alsmede een fraai exemplaar van de zeldzame kaart van Haarlem door Romeyn de Hooghe, terwijl op latere leeftijd zijn belangstelling uitging naar de Japanse prentkunst, waarvan hij een uitgebreide verzame ling bijeenbracht. Middeleeuwse beeldhouwwerken vol tooien de lijst zijner vele liefhebberijen. i9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1950 | | pagina 41