MICHIEL LUGT 29 Januari 187312 Juni 1950 Michiel Lugt werd te Amsterdam geboren. Hij gevoelde zich tot de effectenhandel aangetrokken en kwam op kantoor van de firma du Rieu 8c Co te Haarlem, later in Amsterdam. Toen richtte hij te Haarlem een effectenkantoor op, waar bij hij na eenige tijd Jhr J. L. van Cxtters als compagnon opnam. Het kantoor was gevestigd op de Gedempte Oude Gracht te Haarlem. Deze zaak ontwikkelde zich voorspoedig en werd overge nomen door de Nationale Bankvereniging te Haarlem. Lugt en ook Van Citters werden als Directeuren benoemd. Geruime tijd was Lugt daar werkzaam. Door zijn voor zichtig beleid, zijn goede kijk op zaken, zijn correct optreden, zijn takt en aangename wijze van omgang met publiek en personeel heeft hij veel tot de bloei van de Bank, die toen Rotterdamsche Bankvereeniging geworden was, bijgedragen. Maar óok buiten zijn eigenlijke werkkring was hij de man, die bij veel instellingen op allerlei gebied op zijn plaats was. Hij was lange tijd Diaken van de Vereenigde Doops gezinde gemeente in Haarlem, Regent van het Weeshuis der Doopsgezinden, welke functie hij met grote liefde tientallen jaren uitoefende. Bij de herdenking van het 300-jarig bestaan van het Wees huis werd hij vereerd met de onderscheiding van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Met de andere Regenten van het Weeshuis richtte hij op de Stichting Spaar en Hout aan de Kleine Houtweg te Haarlem. Verder was hij jarenlang medebestuurder van de Spaar bank tot Nut van 't Algemeen, van de Haarlemse Hulp bank, Regent van het Zuiderhofje, enz. enz. Aan al die instellingen van algemeen nut gaf hij zijn ge hele persoon; nóg meer toen hij als Directeur aftrad. Hiertoe besloot hij toen een rheumatische ziekte zijn werkzaam leven zeer belemmerde en hem tenslotte aan zijn stoel kluisterde. Hij droeg zijn leed met grote berusting en bleef opgewekt. Toch bleef zijn grote belangstelling uitgaan tot zijn liefde voor zijn werkzaamheid op sociaal gebied, waartoe zijn helder verstand hem in staat stelde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1950 | | pagina 50