45 een verhaal van noodlot en ondergang. Een zin op de eerste bladzijde geeft al dadelijk het motief van het verhaal aan: 'Een kind als het geboren wordt is zo wit als sneeuw, maar wie wel toeziet bemerkt op de sneeuw een rode vlek, dat is de zonde'. De ongelukkige hoofdpersoon is Floris Berkenrode, zoon van een frauduleus bankroetier, die het geld van zijn vrouw en van zijn cliënten doorgebracht heeft en die daarna in wanhoop een eind aan zijn leven gemaakt heeft in een hotel in Spa. Floris wordt dan opgevoed ten huize van zijn onge trouwde oom Gerbrand Werendonk, die samen met twee broers een grutterszaak heeft. Deze Werendonk is een gods dienstig en door en door rechtschapen mens. Ofschoon wet telijk tot niets verplicht, acht hij het een erezaak het door zijn zwager verduisterde geld (een halve ton) terug te geven, voor welk doel hij zijn verdere leven krom ligt. In deze omgeving van hard werken en plichtsbesef, de sfeer van het strenge Hollandse Calvinisme, wordt Floris groot. Maar al gauw blijkt dat hij de kwade neigingen van zijn vader heeft geërfd. Hij is ongehoorzaam, hij spijbelt van school, hij liegt, hij be driegt, hij steelt, hij loopt weg van huis. Hij heeft vlagen van goede wil, hij probeert soms om zich te beteren, maar telkens weer verliest hij de strijd tegen zijn aangeboren misdadige aanleg. Het einde is dat op een fatale dag de half verwilderde Floris het huis van de Werendonks in brand steekt. Zijn oom loopt hem na naar boven, samen gaan zij onder in het brandende huis. Dit Hollands drama laat Van Schendel zich afspelen in het hart van Holland, in de meest Hollandse stad van Neder land, in het Haarlem van de tweede helft der 19de eeuw. Dit zien we gauw genoeg, maar als we proberen ons een scherp omlijnd beeld te vormen van het milieu en de tijd waarin de personen handelen, dan is dat minder gemakkelijk. Dat komt door Van Schendels eigenaardige werkwijze, zijn geheel eigen stijl. Zelden of nooit zet hij een situatie, een relatie tussen zijn figuren dadelijk volledig uiteen; maar telkens, naarmate het in het verhaal te pas komt, voegt hij een nieuw trekje aan het vroeger meegedeelde toe, zodat men pas lang zamerhand zich een nauwkeurige voorstelling kan maken van plaats en tijd van handeling en van de betrekkingen tussen de verschillende personen. Dat geeft aan de oppervlakkige lezer een indruk van vaagheid, van verwardheid zelfs, maar de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1950 | | pagina 75