5o
weinig waardeerde. Het was niet enkel vitterij, hij zag scherp
Hildebrands tekort. Had Potgieter in 1935 geleefd, hij die
'De familie Stastok' 'een satire op onze burgerlui noemde zo
er ooit ene geschreven werd', zou misschien 'Een Hollands
drama' het epos genoemd hebben van de grootheid en de
ondergang van een kleine burgerman.
A. J. Veenendaal
Geraadpleegde boeken:
Arthur van Schendel, 'Een Hollandsch drama', Amsterdam 1935.
J. Greshoff, 'Arthur van Schendel', Amsterdam [1934].
R. Pulinckx, 'Arthur van Schendel, zijn werk en zijn beteekenis', Diest 1944.
G. H. 's-Gravesande, 'Arthur van Schendel, zijn leven en werk', Amsterdam
1949]
J. L. Tadema, 'Haarlemsche Jeugdherinneringen', Haarlem 1937.
Dr C. Spoelder, 'Jeugd-herinnering', in 'Gedenkschrift Haerlem', Haarlem
1926.
Dr G. H. Kurtz, 'Beknopte Geschiedenis van Haarlem', Haarlem 1942.
H. L. Janssen van Raaij, 'Kroniek der stad Haarlem', Haarlem [1894].
Dr J. D. Bierens de Haan, 'Het tragische; schuld, noodlot en bevrijding',
Leiden 1933.