6o Spilman is afgebeeld. In 1730 is wéér een Overveense Schout bezitter, Nicolaas Wildeman, gehuwd met Cornelia Groen, naar wie het buitentje nu: 'Groen Lust' gaat heten. Steeds gaat alles in opgaande lijn; in transportacten van 1755 en 1782 wordt gesproken van 'alle de Beelden, Broeybakken en Raamen', Mr Maarten Marcus, een Leidse oud-burgemees ter, en Mr Francois Constantijn Druyvesteijn, secretaris der stad Haarlem, verkiezen Groenlust tot hun zomerverblijf. Dan, omstreeks Kerstmis 1795, wordt Groenlust voor sloop verkocht: 'de grond van de nog te Amoveeren Hofstede ge naamd Groen Lust, met de steene reybrug voor deszelfs stal ling, alsmede de Regel Boomen en alle de steene Paaien, die voor de Plaats staan'; iemand begint er een boomkwekerij, waaraan hij de naam: 'Queeklust' geeft. In 1816 koopt Arent Pluym, koopman te Amsterdam en eigenaar van het Overveense Belvédère de gronden en doet ze op 5 December 1817 over aan Margaretha Jacoba Warin, wed. van de Amsterdamse schepen Mr Jacob Hooft, en be woonster van 'Vaart-en-Duin' te Overveen. Vervolgens in het bezit der Borski's van Elswout gekomen, zijn door vererving thans eigenaren de erven van Mevrouw de Weduwe Mr J. LuDENVAN DER VLIET. Mr C. W. D. Vrijland

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1950 | | pagina 92