- 8 -
Gaan we naar buiten dan staan wij voor het standbeeld
van Lourens Coster in 1904 na het verschijnen van Mr Char
les Enschedé's studie over de boekdrukkunst uitdrukkelijk
als de uitvinder door de vereniging gehuldigd met een lauwer
krans. Ge ziet dat de beslissing toen te nemen gemakkelijker
viel dan thans, al hebben wij als goede Haarlemmers ons hart
aan Coster verpand.
Maar wenden we ons naar het Stadhuis, in 1914 door ons
weder van een toren voorzien, een getrouwe copie van zijn
voorganger. In dat stadhuis zetelt de burgervader en zolang
deze door H.M. de Koningin werd benoemd, hebben wij het
voorrecht gehad de eerste burger als onze erevoorzitter te
mogen betitelen. Zeer zeker was dit een ere-ambt, maar wij
prijzen ons gelukkig deze erevoorzitters tevens te mogen her
kennen als onze medestanders en medewerkers. Ook U Mijn
heer de Burgemeester maakt geen uitzondering op de regel,
evenmin als Uw voorganger, thans Commissaris der Koningin
in Noordholland, die met zijn functie het ere-voorzitterschap
voor dat van beschermheer wel heeft willen verwisselen,
daarmede een tweede traditie voortzettend.
Ter ere van de feestelijke gebeurtenis heeft het bestuur
gemeend niet beter te kunnen doen dan een nieuwe uitgave
te doen verschijnen, en wel een rijk geïllustreerd werkje over
de Haarlemse Hofjes, geschreven door Mejuffrouw Kurtz.
Hiermede wordt de eerste publicatie van de vereniging, die
van Ds Craandijk, en welke reeds jaren was uitverkocht, ver
vangen.
Het was het bestuur een grote eer en groot genoegen, Mijn
heer de Burgemeester, U bereid gevonden te hebben, met een
Ten Geleide deze feestuitgave te introduceren. Deze uitgaaf
is zo tijdig gereedgekomen, dat ik U thans het eerste exem
plaar kan overreiken. Het Bestuur hoopt zeer, dat U dit wel
zult willen aanvaarden.
Ook van de wethouders en gemeenteraadsleden mochten
wij vrijwel steeds hulp ontvangen evenals begrip voor onze
wensen. En hoe kon dit ook anders, daar onze eerste voorzitter
en mede-oprichter, de heer Johs de Breuk ook het wethouder
schap van deze Gemeente gedurende tal van jaren vervulde.
Eertijds bevatte het stadhuiscomplex de Schneevoogt-
kamer, het heiligdom van de heer C. J. Gonnet, waar regel
matig bestuursvergaderingen en kunstbeschouwingen wer-