HET OUDE
GOUVERNEMENTSGEBOUW
in de Jansstraat
I
De Ceciliasteeg is genoemd naar het Ceciliaklooster, waar
van de gronden eertijds aan de Noordzijde begrensd werden
door deze steeg. Het klooster zelf kwam uit op de tegenwoor
dige Morinnesteeg, die zijn naam ontleent aan een 17de-
eeuwse herberg 'De Morinne', maar in de Middeleeuwen nog
Proostensteeg genoemd werd naar de proost van de nabij
gelegen St. Janskommanderij, waarvan de kerk, de Janskerk,
thans nog bestaat en het Gemeente-archief herbergt.
De bewoonsters van het Ceciliaklooster waren zusters van
de derde orde van St. Franciscus, Tertiarissen geheten, die in
de 15de eeuw uit behoefte aan een strengere kloosterregel,
evenals de nonnen van het Zijlklooster, de regels van St.
Augustinus volgden. Het aantal bewoonsters was toen 23,
behalve de mater, zodat het convent dus tot de kleinere kloos
ters van Haarlem gerekend moet worden.
Het lag midden in een grote hof, die zich uitstrekte tot de
huizen aan de Jansstraat, waarop ook een uitgang uitkwam.
De hoofdingang was echter aan de Westzijde, aan de Proos
tensteeg, zoals ook nog op de kaart van Thomas Thomasz. van
1578 staat aangegeven. In G. W. van Oosten de Bruyns 'De
stad Haarlem en haare geschiedenissen' komen kopergravures
van de Haarlemse kloosters voor, die de afbeeldingen op de
kaart van Thomas Thomasz. in het groot weergeven. Wat het
Ceciliaklooster betreft, is hierbij de fout begaan, dat er een
weg is getekend ten Zuiden van dit complex, die er nooit is
geweest, terwijl de Jansstraat niet staat aangegeven. Wel zijn
aan de Oostzijde verschillende huizen te vinden, die langs de
Jansstraat gelegen moeten zijn.
Vermoedelijk is het huis in het midden van de kloosterhof
het hoofdgebouw van het convent; in alle geval niet de kerk,
daar deze toch Oost-West georiënteerd zou moeten zijn. In
1578, toen de kaart van Thomas Thomasz. vervaardigd is, was
de kerk denkelijk al zó vervallen, dat hij hem niet meer heeft