- 39 -
afgebeeld. Het hierna te noemen 'sieckhuys' van het klooster
is dan waarschijnlijk het gebouwtje dwars op het eerste huis
van de Jansstraat staande.
In Augustus 1566, toen alom de beeldenstorm woedde,
hebben Burgemeesteren van Haarlem de kerken in de stad
bijtijds doen sluiten en daarmede iets dergelijks alhier voor
komen. Desniettemin waren de zusters van het Ceciliaconvent
bevreesd voor haar kerksieraden, doch zij waren zo gelukkig
in de stadssecretaris, de bekende dichter-wijsgeer Dirk Vol-
kertsz. Coornhert, die in de Jansstraat achter hun hof
woonde, een goede buurman te vinden, die alle kelken, sie
raden, beelden en ornamenten naar zijn huis deed over
brengen en ze daar voor haar bewaarde*). Inderdaad vinden
wij in een acte van 7 April 1567 betreffende een transport, dat
door de 'troubelen' niet is doorgegaan, het huis van Dirk
Volkertsz. Coornhert aan de ene zijde belend o.a. door het
'sieckhuys van Sinte Cecilienconvent' en achter strekkende
aan het convent zelf.
In 1581 hebben de Staten van Holland de stad Haarlem
als vergoeding voor de schade, tijdens het beleg ondergaan,
de eigendom toegewezen van alle kerken en geestelijke goe
deren binnen de stad, waaronder dus ook het Ceciliaconvent.
De vervallen kerk met het grootste gedeelte van de hof werd
op 1 Maart 1582 in veiling gebracht en op 31 December d.a.v.
overgedragen aan Jacob Cornelisz. in de Bastaardpijp, die er
voor 485,— koper van was geworden. Zijn bezit strekte zich
aldaar, blijkens een daarop gestelde hypotheekbrief van
30 November 1582, uit tussen de muur van D. V. Coornhert
en het Convent aan de Oostzijde, de muur van Lambertus van
der Horst aan de Zuidzijde, de Proostensteeg aan de West
zijde en de Ceciliasteeg aan de Noordzijde. Tot 1592 bleven
de nonnen, wier aantal in 1581 9 en in 1592 nog slechts 6
bedroeg, in het convent wonen en het overige deel van de hof
gebruiken, maar toen werden zij overgebracht naar een hui-
zinge op het Grote Begijnhof.
In 1593 heet het dan in de rekeningen van de Geestelijke
goederen: 'In de overgeblevene partye van Ste. Ceciliencon
vent (blijkbaar het genoemde 'sieckhuys') responderende op
de St. Janstrate, es geapproprieert eene wooninge voor den
predikant Joanne Mathisio, op een huur van 35 ponden
s jaars'.