- 41 -
nijnberch' ten Oosten daarvan, dat inmiddels haar eigendom
was geworden. Nog hetzelfde jaar, op 29 December, wordt
Joan van Thilt ook eigenaar van het huis van de weduwe van
Cornelis Fransz. van der Wiel, dat grenst aan dat van Josina
van Rollant, ten Noorden van het voormalige klooster ge
legen en waarschijnlijk het vroegere huis van Coornhert.
Mr Joan van Thilt is dus nu eigenaar geworden van een
geheel complex huizen aan de Westzijde van de Jansstraat, te
weten het voormalige klooster (d), het huis 'de Conijnberch',
afkomstig van schepen Pieter Oudewaech, en de huizen van
Cornelis Fransz. van der Wiel en van Gerrit Jóosten Vel-
sen, welke huizen alle ten Oosten van het klooster gelegen
waren (a, c, b). Op 20 December 1651 verkopen bovendien de
erven van Lambert van der Horst zijn huis, uitkomende door
een poort in de Jansstraat en strekkende tot aan de Morinne-
steeg, aan Cornelia de Waal, weduwe van Thilt, d.i. dus het
huis ten Zuiden van het voormalige klooster (h). Cornelia
de Waal, weduwe van Hans van Thilt, was de moeder van
Mr Joan van Thilt, die sedert 1648 vroedschap van Haarlem
was, tussen 1649 en 1657 ettelijke malen schepen en sedert
1659 ook verschillende malen burgemeester der stad is ge
weest. Verder bekleedde hij de functiën van curator van de
Latijnse School en Gecommitteerde in de Raad van State.
Hij was gehuwd met Maria Reynst uit een Amsterdams re
gentengeslacht. Van zijn moeder heeft hij denkelijk dit huis
ten Zuiden van de poort geërfd.
Van het vroegere klooster vinden wij weer een spoor in een
transport van 1 November 1713, wanneer Samuel Sautijn,
wonende te Amsterdam, als mede-erfgenaam van zijn moeder
vrouwe Elisabeth van Thilt, weduwe van Gillis Sautijn,
raad en schepen van Amsterdam, en dochter van Mr Joan van
Thilt, raad en burgemeester van Haarlem, en van vrouwe
Maria Reynst, opdraagt aan Jean de Givry de helft van een
huis en erf en tuin in de St. Jansstraat aan de Westzijde, met
stalling en koetshuis in de Morinnesteeg, belend ten Zuiden
de poort, waar dit huis een uitgang door heeft, en Hendrik
van Thilt van Marcelis met zijn huis op de andere hoek van
de poort, alsook de huizinge met erf in de poort, eertijds
behoord hebbende aan het Cecil iaconvent en nu aan Maria
van Thilt, echtgenote van Jean de Givry, ten Noorden voor
aan de Jansstraat het gemeenschappelijke huis van Pieter
