- 55 -
reien van de Directie Noordholland en de arrondissementen
'Het Noordzeekanaal' en 'Haarlem' van de Rijkswaterstaat
naar het gebouw Jansstraat 46a haar beslag gekregen. Het
Bureau van de Kinderrechter, dat op 5 Mei 1950 eveneens m
dit gebouw werd gevestigd, heeft thans enige vertrekken op
de eerste verdieping in gebruik.
Het Rijksarchief in Noordholland, dat in het gebouw aan
de Tansstraat het eerste levenslicht aanschouwde en er tot
September 1897 gevestigd bleef in een drietal kamers aan de
tuinzijde van de eerste verdieping, thans bij de Rijkswater
staat in gebruik, is dus in Maart 1934 weder in zijn geboorte
huis teruggekeerd. Vergeleken bij 1897 heeft het echter heel
wat ruimte meer tot zijn beschikking gekregen. Behalve het
door een brandafscheiding van het hoofdgebouw afgezon
derde gedeelte, zes kamers en een zolder omvattende, is ook
het speciale archiefgebouw, dat tot Mei 1930 als bewaarplaats
voor de archieven der provincie Noordholland heeft gediend,
door het Rijksarchief in gebruik genomen.
Ook voor het Kantongerecht werd door de vestiging in dit
gebouw een band met het verleden aangeknoopt. Het lokaal,
dat in het begin der 19de eeuw enige jaren bij een voor
ganger van het Kantongerecht, de 'Kleine Bank van Justitie
in gebruik was geweest, en dat nog vele jaren daarna als de
'Oude Pleitzaal' werd aangeduid, heeft door de tegenwoor
dige inrichting als Kleine Zittingzaal grotendeels de in 1800
daaraan gegeven bestemming teruggekregen. Dit vertrek met
zijn prachtig beschilderde zoldering, dat in het begin van
1930 nog als 'passenkamer' der provinciale griffie in gebruik
was, brengt ons door de boven de schouw geschilderde wapens
van Johan van Thilt en diens echtgenote Maria Reynst in
herinnering, dat het van het Cecilia-convent afkomstige, in
1634 door de stad Haarlem aan Barbara Boddingh en in 1650
door Barbara Boddingh aan Johan van Thilt verkochte en
door laatstgenoemde in 1653 verbouwde huis, waarvan dit
vertrek (d) deel uitmaakte, gedurende de tweede helft der
17de eeuw door de familie Van Thilt werd bewoond.
Deze in de poort gelegen woning van Van Thilt (d), die
aan de oostzijde door een tussenliggend kleiner huis (b) in
communicatie was gebracht met diens percelen aan de Jans
straat (a), was door een tegen de achterzijde gebouwd perceel
(e) verbonden met de tuinkamer (f), die thans bij het Kanton-