liezen zij hun hiërarchische waarde van meer of minder, doch
worden alle van eminent belang. Dit verklaart tevens het
fabuleus geheugen van Thijm, dat telkens weer verraste door
zijn precisie en gedetailleerdheid. 'U hebt nü éven iets in uw
ogen, wat ik ook het vorig jaar de zevende Juli in uw blik
waarnam, toen U een appel weigerde.' Zulk een observatie
bewaarde hij moeiteloos en men wist dat hij ongetwijfeld gelijk
had. Hiermee verwant was zijn vermogen tot formuleren, dat
hem, ook bij uiterst gecompliceerde gevoelsinhouden, nimmer
begaf. Hij gebruikte hierbij een enigszins gesteven Nederlands,
waardoor hij aan mededelingen, die naar hun loutere inhoud
wellicht onbeduidend waren, een lapidair karakter gaf, alsof
het spreuken betrof, in rotsen gebeiteld. In een tijd als de onze,
waar stijl en omgangsvormen tot bijna niets zijn uitgesleten,
was Thijm een koraalrif, onaantastbaar voor elke erosie. Men
ging niet naar hem toe uit menslievendheid, gelijk men wel
een oud man bezoekt, die vereenzaamd is. Thijm had, zeld
zaam voor een man van zijn leeftijd, niets zieligs. Hij bleef, tot
aan zijn laatste dag, een vorst, die audiëntie verleende. In
gedachtengang, woordkeus, houding en gebaren, was hij
Caesar. Hij ontving veel en gaarne. En hier past een woord
van dank aan mevrouw Sophie Mulder, die deze intieme
recepties heeft mogelijk gemaakt. Bescheiden op de achter
grond blijvend schiep zij de atmosfeer, waarin de laatste der
Tachtigers kon benaderd worden. Vele Haarlemse kunste
naars hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt en ge
denken dit in dankbaarheid. Thijms heengaan is voor onze
stad een verlies, waarvan de onvervangbaarheid steeds duide
lijker beseft wordt.
Godfried Bomans
io