Mr TJAARD ANNE MARIUS
ALBERT VAN LÖBEN SELS
6 Juni 1879—18 Februari 1952
Op de 18e Februari 1952 stierf te Heemstede Mr Tjaard
Anne Marius Albert van Löben Sels; hij was Geldersman
van geboorte, van een oud patricisch geslacht, en droeg daar
van de typische kenmerken.
Hij was de zoon van A. D. P. V. van Löben Sels, die vele
jaren deel uitmaakte van het College van Gedeputeerde Staten
van Gelderland, en in de stad zijner inwoning—Arnhem -, en
in de gehele Provincie, in groot aanzien stond.
Van 1924 tot aan zijn overlijden oefende Mr Tjaard van
Löben Sels te Haarlem de practijk als advocaat uit, deel uit
makende van een advocatenkantoor hier ter stede, sinds het
vertrek naar Zuid-Afrika van zijn voorganger in dat kantoor,
nu wijlen Mr J. H. Monnik.
Voordat Mr van Löben Sels tot de Haarlemse balie toe
trad, bekleedde hij diverse functies in de staande Magistratuur,
waarvan hijevenals van de balieeen sieraad was.
Het is misschien niet te veel gezegd, als men beweert, dat hij
zich als magistraat meer op zijn plaats gevoelde dan in de ad
vocatuur, en, dat de eerstgenoemde ambten eigenlijk zijn voor
liefde hadden, hoewel deze uitnemende jurist toch zijn eerste
schreden op de weg der practische rechtsbeoefening zette in de
advocaten toga gehuld.
In 1906,—kort na zijn promotie aan de Universiteit te
Utrecht—, werd hij benoemd tot secretaris van de Militie
raad, en vestigde zich daarna als advocaat te Arnhem; om
streeks 1909 nam hij een benoeming aan als Ambtenaar van
het Openbaar Ministerie bij het Kantongerecht te Roermond,
waarna in 1918 zijn benoeming volgde tot Substituut-Officier
van Justitie bij de Rechtbank te Leeuwarden, welk ambt hij
in 1920 verwisselde met een zelfde functie bij de Rechtbank te
Haarlem.
Van Löben Sels was een man van voorname allure, daar
enboven een rechtsbeoefenaar van werkelijk groot formaat, en
een zeer knap pleiter van grote eloquentie; en dit niet alleen
in strafzaken, waarin hij,—in verband met zijn voorliefde