MARTINUS JOANNES LURSEN
i April 1893—1 September 1952
Martinus Joannes Lürsen werd op 1 April 1893 in Wor-
merveer geboren. Zijn ouders waren Matthijs Lürsen en
Alida Stam. Hij huwde op 27 April 1916 met Niesje Gorter,
te Wormerveer. Uit dit huwelijk werden te Haarlem geboren
een dochter, Alida Johanna, op 14 Juli 1917, en een zoon,
Klaas, op 30 November 1919.
Reeds zijn grootvader beoefende de muziek en zijn vader
was toonkunstenaar van beroep. Deze bespeelde orgel en piano,
gaf muzieklessen en dirigeerde zangkoren, harmonie- en fan
farekorpsen. Dikwijls liet hij bij uitvoeringen den jongen Mar
tinus in het koor plaats nemen om in moeilijke passages mee
te zingen en de tenoren te helpen op toon blijven.
Martinus Lürsen kreeg zijn muzikale opleiding aan het
Amsterdamse Conservatorium voor muziek, van J. B. de
Pauw en Bernard Zweers en verwierf het einddiploma voor
orgel en voor piano. Reeds in 1914 werd hij als leraar verbon
den aan de haarlemse muziekschool van de maatschappij tot
bevordering der toonkunst, aanvankelijk voor pianospel,
reeds spoedig ook voor de theoretische vakken, na een speciale
studie bij Sem Dresden. Aan deze muziekschool bleef hij tot
aan zijn dood verbonden, ondanks zijn latere benoeming, in
1941, tot hoofdleraar aan het koninklijk conservatorium te
's-Gravenhage voor de vakken solfège en harmonie. Hij bleef
in Haarlem wonen.
In zijn jonge jaren trad hij wel in concerten van kamermu
ziek op, als solist en met ensembles. Van 1934 tot 1938 werkte
hij als verslaggever voor het Algemeen Handelsblad. Later
wijdde hij zich geheel aan zijn taak als docent, waarbij zijn
solistisch en uitvoerend optreden op de achtergrond geraakte.
Als paedagoog had hij een onuitputtelijk geduld en het ver
mogen alles bevattelijk te maken en te doen beklijven. Slechts
bij uitzondering slaagden zijn leerlingen niet.
In de winter 1944—1945 was de reisverbinding met Den
Haag verbroken. Toen hield hij zich onledig met componeren
voor een prijsvraag van Teylers Tweede Genootschap te
Haarlem, waarin muziek verlangd werd met nieuwe harmo
nische samenhangen. Hij mocht de voldoening smaken, dat