bij hem zijn de botanische bijzonderheden verdronken in een
zee van stichtelijkheden en theologische 'verklaringen', zodat
we hem laten rusten.
Op veel hoger wetenschappelijk peil staat de Catalogus
Plantarum indigenarum Hollandiae van J. Commelin, 1683;
de naam van de schrijver, lid van de bekende Amsterdam
se familie, staat hier al borg voor. Verschenen in een tijd
dat Flora nog waarlijk een Godin was, en geen boerentrien,
vers achter de koeien vandaan, gelijk het beeld in de Erehal
in Heemstede poogt te suggereren, wordt de helft van het
boekje ingenomen door een inleiding van L. Bidloo in deftig
Latijn: de Re Herbaria. Dan volgt een alfabetische planten-
catalogus, eveneens in het Latijn, maar de vindplaatsen zijn
in 't Nederlands vermeld. Commelin heeft blijkbaar door
heel Holland gezworven, maar geeft toch van een aantal
planten de specifieke groeiplaatsen om Haarlem. Daar is
allereerst Alliaria of Look zonder Look dat groeit omtrent
't Huys te Brederode, evenals Allium ursinum of daslook,
beide vindt men er thans nog. Een andere ui, Allium cam-
pestre (vineale?) groeit aan 't Eynde van den Grooten Hout
op de wech na Heemstede. Eveneens in Den Hout groeien
bos anemoon, gele anemoon en Fumaria bulbosa (Cory-
dalis), en, wil men een nog preciezer aanwijzing, op 't Hooge
bolde Veldt, thans de Spanjaardslaan, walstro en sleedoorn.
Vogelmelk wast overvloedich bij 't Menniste Bosje, tegenover
Spaar en Hout aan de Kleine Houtweg; thans nog, maar
bloeien doet het er niet meer. Ranunculus pratensis op het
Berghje in de groote Laan, en Gramen fol. junceis over-
vloedigh langs het voet-padt na Heemstede.
Ook 't Huys te Brederode krijgt nog een paar vermeldingen
als groeiplaats van: aronskelk, marrubium, addertong, heksen-
kruid; en in de graften: Ranunculus longifolia (lingua). De
muurbloemen op de muren noemt hij niet speciaal voor
Brederode. Bij Berkenrode groeit Salix viminalis (bindwilg)
en de Krayenestervaart schijnt ook nogal wat geherbergd te
hebben: helleborine (Epipactis latifolia), Orchis palmata
(handekenskruid)groot hoefblad, en, in een haag van een
bogerd, convolvulus major. Onder de verder genoemde
groeiplaatsen komen voor: 't Bentvelt, de Aardenhoutslaan,
't Schapenbosch, de Rampenlaan, 't Schapveld, de Heeren-
wegh bij 't Posthuys en de Sillik (sic!) En weer Aristolochia