- 49 -
weg naar de villa van Mevrouw Van der Vliet-Borski langs
Kraantjelek, Koningshof naar Oosterduin, alwaar het de ge
woonte was om bij vrouw Kroon een kopje koffie te drinken.
Spiegelenburg was het eindpunt. Ook in deze omgeving was
de postman een welkome gast, omdat hij voor de bewoners
hun brieven mede nam of soms een boodschap voor hen deed,
daar zij te ver van het dorp woonden. De terugweg liep langs
de Duinvlietslaan over de Haverkamp naar de Houtvaart. Om
de bewoners van de Houtvaart te kunnen bereiken, moest
men gebruik maken van een loopplank of een bootje. Dit
nam dikwijls, vooral bij slecht weer, veel tijd in beslag. Mijn
collega Strengers bestelde dan de tweede wijk. Hierin was
gelegen het bloemisten-kantoor van de firma Antoon Roozen
en Zn. Iets wat mij zo opviel was, dat in de seizoentijd meer
dan ioo stuks brieven in één post op het kantoor dier firma
werden bezorgd.
Aanvankelijk waren er drie bestellingen per dag, daarvan
was de avondbestelling alleen maar in de kom van het dorp:
de Zijlweg tot even voorbij het huis van Notaris Ter Hoff-
steede—verder stonden er toen op de Zijlweg weinig wonin
genvervolgens 'Vaart en Duin' van de familie Van der
Vliet en langs 'de Novililaan' naar de bloemisterijen van
Gebrs. Bijvoet op Schoonoord en Gebrs. Roozen op Rolland.
De avondpost, bestemd voor de Rentmeester van Elswout,
D. Tiemens Kersen, en voor de jachtopziener, Saarloos, wer
den bij de tolgaarder afgegeven en door een tuinknecht van
Elswout daar afgehaald.
Aan het Raadhuis stond een brievenbus en later kwam er
een in de Ramplaan aan het huis van Hogenstein ten gerieve
van de bewoners in die omgeving. De eerste lichting van deze
bussen was 's morgens om 5 uur. De brieven werden eerst ge
stempeld en dan door een der bestellers naar het station Haar
lem gebracht. Van de Nederlandse Spoorwegen hadden wij
schriftelijke vergunning om langs de spoorlijn van Overveen
naar Haarlem-station Bolwerk te lopen. De brieven voor
Haarlem bestemd werden daar dan nog in de eerste bestelling
opgenomen. Per spoortrein gingen wij weer naar Overveen
terug.
Wij kregen per jaar drie verlofdagen en om de vier weken
een vrije Zondag. Op de Zondagen waren er maar twee be
stellingen; een der bestellers had dan dienst tot 's avonds 10 uur.