J. A. BOOM
27 Juli 1873 - 2 April '953
Reeds van oudsher waren verschillende loten van de stam
Boom werkzaam in het Uitgeversvak (Derk Boom, geb. te
Amsterdam 30-12-1625, uitgever-boekverkoper), zo ook
J. A. Boom, die zijn opleiding genoot bij de Uitgeversfirma
van zijn vader in Meppel en zich op 1 Juli 1898 zelfstandig
aan het Klein Heiligland te Haarlem vestigde. Ondanks hard
werken ging het bedrijf in de beginjaren slechts weinig vooruit,
totdat de Heer Boom, geïnspireerd door een tentoonstelling
van de eerste automobielen in ons land, op de gedachte kwam
een tijdschrift uit te geven, speciaal gewijd aan het automobi
lisme.
Op 1 November 1903 verscheen 'De Auto', 14-daags tijd
schrift, met een groot aantal van de toenmalige 900 automo
bilisten als abonné, terwijl kort daarna, na langdurige onder
handelingen 'De Auto' weekblad werd en officieel orgaan van
de enige jaren tevoren opgerichte Nederlandsche Automobiel
club.
Onvermoeid werkte Boom voort aan de uitbouw van zijn
blad en vooral, mede dank zij het persoonlijk contact, groeide
'De Auto' uit tot het meest gelezen automobielblad in ons land.
In 1910 werd een groter pand aan de Gedempte Oude
Gracht 144 betrokken, hetwelk al spoedig bleek geen over
bodige luxe te zijn. Ondanks de inzinking die de eerste wereld
oorlog veroorzaakte, breidde de afdeling Uitgeverij zich con
stant uit. Naast het drukken van periodieken en handels
drukwerk, werd de vervaardiging van reclamedrukwerk steeds
omvangrijker.
De energieke werkkracht van J. A. Boom, van Juli 1924 af
geassisteerd door zijn zoon, oorspronkelijk als procuratie
houder, sedert 1930 als Directeur, had een gestadige groei van
het bedrijf tot gevolg, welke in September 1939 culmineerde
in de fusie van de zaken Ruygrok Co. en J. A. Boom tot
Boom-Ruygrok.
Ieder die ook maar iets met drukwerk te maken heeft, weet
waartoe Boom-Ruygrok N.V. is uitgegroeid.
Met dankbaarheid zal steeds gewag worden gemaakt van