zelfstandige A-school te zijn en stond voortdurend voor het
economisch middelbaar onderwijs op de bres.
In Dr A. Dekker verliest het onderwijs een linguist van
formaat en een docent, die bij zijn leerlingen en collega's hoog
stond aangeschreven. Zijn H.B.S.-A, die hij als directeur pas
zeven jaar diende, toen een verraderlijke ziekte hem neervelde,
betekende voor hem naast zijn gezin een belangrijke factor in
zijn leven. Zijn leerlingen gingen hem ter harte; hij kende hen
allen bij name. Door zijn belangstelling en goed geheugen
wist hij van vele kinderen de gezins-omstandigheden en studie
moeilijkheden.
Als schoolleider en collega was hij een man die zijn mede
mensen vriendelijk en hartelijk tegemoettrad, wie het soms
moeite kostte, iemand iets te weigeren. Met enthousiasme en
spontaneïteit verdedigde hij zijn denkbeelden. Een zekere
mate van impulsiviteit was hem niet vreemd en het is niet te
verwonderen, dat hij zich daardoor wel eens moeilijke mo
menten bezorgde. Zichzelf heeft de Heer Dekker niet ontzien:
zijn werk op school en ook de lessen, die hij bij voorkeur aan
de jongere leerlingen gaf, heeft hij doorgezet, ook toen zijn
gezondheidstoestand het hem eigenlijk niet meer toestond.
Het contact tussen school en huis zag hij als zeer belangrijk.
Op zijn initiatief werd aan zijn school een Oudervereniging
opgericht, die door vergaderingen en lezingen genoemde twee
sferen met elkaar in aanraking bracht
Naast zijn directeursfunctie was Dr Dekker bestuurslid van
de Stichting voor Voortgezet Economisch Onderwijs te
Haarlem.
R. Prosée
14