als opvolger van de kort tevoren overleden Prof. Dr H. A.
Lorentz op zich.
Van de meeste zijner functies deed hij eerst afstand in 1939,
het jaar, waarin hij de tachtigjarige leeftijd bereikte. Maar
zijn belangstelling in alles, waarmede hij te maken had gehad,
bleef onverflauwd bestaan, niet het minst in de snelle ontwik
keling der chemische wetenschap der laatste decennia, daarbij
gesteund door een buitengewone helderheid en scherpte van
geest, die hij tot de laatste ogenblikken van zijn leven heeft
mogen behouden.
Op het wetenschappelijke werk van Holleman moge hier
slechts kort worden ingegaan. Wie daarin belang stelt moge
naar de chemische tijdschriften, waarin dit reeds vroeger op
uitvoerige wijze is geschied, worden verwezen. Een lange
reeks van verhandelingen, meestal gepubliceerd in het hier
boven genoemde Recueil en grotendeels tezamen met zijn tal
rijke leerlingen bewerkt, getuigt van zijn werkzaamheid op
dit gebied. Hier zij alleen gewezen op het uitvoerige onder
zoek, dat als zijn levenswerk mag worden beschouwd en dat
bekend is als 'de substitutie in de benzeenkern'. Een samen
vatting dezer onderzoekingen tot en met het jaar 1909 legde
hij neer in zijn boek: 'Die direkte Einführung von Substi-
tuenten in den Benzolkern'. Dit werk levert het bewijs van de
exactheid en de nauwkeurigheid, die Holleman's onderzoe
kingen kenmerken.
Voor zijn didactische eigenschappen getuigen zijn beide
leerboeken, dat der Anorganische en dat der Organische
Chemie, waarvan vooral het laatste, dat in niet minder dan
negen talen werd vertaald, grote bekendheid verkreeg en aan
studenten in de chemie van vele landen belangrijke diensten
bij hun studie heeft bewezen. Sinds een aantal jaren liet hij
echter de bewerking van nieuwe drukken dezer boeken aan
jongere krachten over.
Niemand zal het verbazen, dat aan een geleerde met een
staat van dienst als de zijne talrijke onderscheidingen zijn te-
beurt gevallen. Reeds in 1903 was hij benoemd tot lid van de
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen; hij
was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, erelid van
de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, van de
Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem,
van de Société Chimique de France en van de Sociedad Espa-
26