DE ONTWIKKELING VAN
HAARLEMS KERN
De oudste ontwikkeling van Haarlems plattegrond is een
nogal duistere zaak. Oude documenten werpen, zo zij er zijn,
èn zo zij echt zijn, meer raadselen op, dan dat zij verhelderend
werken. Daarnaast bestaat een uiterst belangrijke bron, waar
van de echtheid gelukkig boven alle twijfel verheven is. de
plattegrond van Haarlems kern zélf. Merkwaardigerwijs is
van dit document nog lang niet ten volle profijt getrokken.
Daarom zal ik hieronder pogen, uitsluitend met behulp van
deze plattegrond, vast te stellen hoe achtereenvolgens de ver
schillende elementen daarvan zijn ontstaan, echter zonder mij
te begeven in veronderstellingen omtrent een meer nauw
keurige datering.
Het wekt wellicht enige verwondering, wanneer deze schets
niet bij het centrum bij uitstek, de Markt, begint. Echter biedt
een discussie welke is ontstaan rondom de problemen van de
dam en het veer een geschikt aanknopingspunt, om de rest van
mijn betoog op aan te sluiten. Deze discussie dan, welke zich
afspeelde in de Gids van 1918 tussen HuiziNGAenTE Lintum,
verliep in het kort als volgt: 't Hooft had zich in 'Het Ontstaan
van Amsterdam' gebaseerd op een artikeltje van Te Lintum,
waarin deze laatste de veronderstelling uitspreekt, dat, voor
dat het Spaarne te Spaarndam afgedamd werd, er bij Haarlem
in het verlengde van de Damstraat een dam gelegen heelt.
Huizinga, 't Hooft's werk besprekende, verwerpt Te Lintum s
stelling, daar een veer èn een Dam wel wat te veel is (het
veer lag ter plaatse van de Melkbrug)en hij meent dan ook,
dat de Dam als scheiding tussen Beek en Spaarne diende.
Te Lintum komt in het geweer. Hij zegt: de Beek is met af
gedamd; als de Spaarnedam een overtoom bezat is een veer
lang geen luxe geweest, maar, meent hij, dit veer werd eerst
na de verwijdering van de Dam, dat is dus na d: I285 in"
gesteld
Dit nu, voegen wij hier tussen, lijkt onmogelijk: de Dam-
EEN SCHETS