48 (waarschijnlijk een soort boodschappenloper)een 'wasch- tersche' (wasvrouw) en niet minder dan dertien 'lacayen'. Het gehele gezelschap moet ver over de honderd personen hebben geteld. Op Maandag 30 September vertrok Prins Philips met zijn gevolg uit Leiden te paard naar Haarlem. Zijn intocht in de stad geschiedde door de Grote Houtpoort en wel bij avond. De stedelijke regering en de geestelijkheid der stad waren de stad in processie uitgetrokken ten einde den hogen gast te verwelkomen. 'Er was,' zegt Calvete de Estrella, 'een grote menigte brandende toortsen en vier tafereelen met levende personen.' Over die taferelen, die langs den weg naar het stadhuis op stellages waren opgesteld, aanstonds meer. Er zal te Haarlem, al vertelt de Estrella ons dat niet, evenals in de andere steden, wel een fraaie welkomstrede zijn uitgespro ken door den stedelijken pensionaris, waarvan Philips, als zij althans te zijner ere niet in het Latijn of Frans is gehouden, geen woord zal hebben begrepen: hij kende, een veeg voor teken, geen woord NederlandsDe rede zal namens hem door Viglius of Granvelle zijn beantwoord. De Estrella weidt vooral uit over de in de stad aangebrachte versieringen, ere poorten en over de topografie van de stad en haar omgeving. Zo vertelt hij ons nauwkeurig, wat de zoeven genoemde taferelen voorstelden en welke opschriften erbij waren aan gebracht. Het eerste stelde de zalving van Salomo tot koning van Israël voor met het volgende bijschrift: 'Salomo werd tot koning gezalfd bij het leven van zijn vader, omdat hij door God was uitverkoren'. Dit opschrift was bij deze gelegenheid wel bijzonder toepasselijk, omdat ook de inhuldiging van Philips nog bij het leven van zijn vader plaats vond. Het twee de tafereel stelde het gebed van Salomo en het volk tot God voor. Het bijschrift luidde: 'Salomo richt de bede tot God om zijn volk met verstand te regeren'. Helaas kan men moeilijk zeggen, dat een dergelijk gebed van Philips, als hij het al ge daan heeft, verhoord is: men zou haast zeggen, dat hij althans het Nederlandse volk met zo groot mogelijk onverstand heeft geregeerdHet derde tafereel gaf het bekende Salomo's oor deel weer met als bijschrift: 'Over het eerste door Salomo ge velde oordeel was iedereen, daar het van zoo groote wijsheid getuigde, vol bewondering'. In het laatste tafereel werd de geschiedenis der koningin van Sheba uitgebeeld met het bij-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1953 | | pagina 80