gesellen ende ordonneermeesters (regisseurs) in 't gundt voor-
seid is gedaen hebben'. Zij moesten van dit bedrag 10 ponden
afstaan 'voor een eerlijcke vergadering (bijeenkomst) ende
recreatie voor de persoonen, die huer personages gespeeld
hebben', dus de medespelers in de vier tableaux-vivants.
Het bouwen en weer afbreken van de vijf'orduysen ofte stal-
laetgen', n.l. de vier voor de tableaux-vivants en 'de grote
orduys voor der stede huys trappen, dair de prince zijnen eedt
op dede' kostte niet minder dan 223 pond, 6 schellingen en 10
penningen, maar daaraan hadden dan ook 'veel timmerluyden
met haeste nacht ende dach gewrocht'. Overuren en dan wel
nachtelijke overuren moesten blijkbaar in de 16e eeuw, al
kende die nog geen achturigen arbeidsdag, toch wel degelijk
extra betaald worden
De Grote Houtpoort2) schijnt er in den zomer van 1549
vrij schunnig te hebben uitgezien en had een opknapbeurt
nodig, daar men den vorstelijken gast toch moeilijk door
zulk een poort zijn intocht in de stad kon laten doen. Aan
Jan Willemsz., 'beeltsnijder' droeg men op voor 4 pond een en
ander aan die poort te herstellen. Hij kreeg dit bedrag 'ter
cause van zijnen arbeytsloen van dat hij zeekere beelden ge-
sneeden ende gerepareert heeft voor ande Groote Houtpoert,
die geramponeert ende gebroocken waeren'. Bovendien had
hij nog 'een hooft gesneden opte burgemeesterscamer boeven
de croon'.
Aan de Grote Houtpoort was ook nog gewerkt door den
stoffeerder Jan Kunerse, die niet minder dan 10 pond kreeg
voor 'zijnen arbeyt, stoff ende materialen, die hij verbesicht
ende verwrocht heeft int stofferen van 't Marienbeeldt, staen-
de inde poorte boven de brugge van de Groete Houtpoorte'
en voor het 'vernyeuwen' van de 'oude wapenen (waarschijn
lijk de stadswapens) tot cierage in de incoompste van de
prince'.
De burgemeesterskamer ten stadhuize3), waar de prins
blijkbaar door de stedelijke regering ontvangen is, moest ook
verfraaid en opgeknapt worden. Aan de gebroeders Thonys en
Jan Huygensz., stoffeerders en aan den schilder Frans Claesz.
werd daarvoor in het geheel 21 ponden uitbetaald. De beide
broers hadden niet minder dan negen dagen 'op ter stede huys
opte burgemeesterscamer gewrocht omme de mantel van de
schoorsteen ende de lijsten van zekere pereken (waarschijnlijk
52