57
reerde magistraten', te meer waar de regering thans een door
de burgerij gekozene was. Eigenlijk had het jaartal 1796 boven
het gedichtje 1795 moeten zijn, want ook in dat jaar hebben
degenen, die de regering waarnamen, geen enkele vorm van
vergoeding genoten. Tot 18 Augustus 1795 was bit echter
slechts een Provisionele Stadsregering, die reeds om de tijde
lijkheid van haar bestaan geen aanspraak op honorarium
maakte. Op 17 Augustus is door de burgerij gestemd over een
Reglement op het Bestuur der stad Haarlem, dat door een
commissie uit deze burgerij was samengesteld, en met grote
meerderheid van stemmen aangenomen, waarop het op 18
Augustus daaropvolgende van de pui van het Raadhuis in
tegenwoordigheid van de Provisionele Stadsregering en deze
commissie werd afgekondigd. Artikel XX van dit Reglement
bepaalde: 'Geduurende de eerste zes jaaren na 't arresteeren
van dit Reglement zullen de Leden van 't Stadsbestuur geene
wedde of belooningen genieten. Na verloop van dien tijd zal
eene Commissie, daartoe door de Burgerij te benoemen, zo
danige bepaalingen maaken als bevonden zullen worden te
behooren.'
Voor het nieuwe Stadsbestuur, dat op 26 Augustus 1795 tn
functie trad, waren een dertigtal personen gekozen door Ge
committeerden uit de Burgerij. Zeven van deze verkozenen
vormden het College van Civiele en Crimineele Justitie, de
anderen het eigenlijke Stadsbestuur. Van deze colleges moest
iedere twee jaar de helft aftreden en vernieuwd worden; de
afgetredenen in het Stadsbestuur waren eerst na een jaar, die
van het College van Justitie echter terstond herkiesbaar. Uit
het Stadsbestuur werden drie colleges elk van zes leden samen
gesteld, te weten: 1) Comité van Algemeen Belang, dat in de
plaats kwam van de vroegere Burgemeesteren, 2) Comité van
Finantie, dat ook opzicht had over de Weeskamer en de Bank
van Lening, 3) Comité van Fabricage met opzicht over de
stadsgebouwen. De zittingsduur in deze colleges, behalve in
het rechterlijk college, was dus nooit langer dan twee jaar
achter elkaar.
Op 20 Maart 1798 is het Stadsbestuur ontbonden en ver
vangen door een college onder de naam van Municipaliteit.
Dit was het gevolg van de staatsgreep van 22 Januari 179®)
waarbij de regering gezuiverd werd van federalistische en
andere ondemocratische uitwassen, een zuivering, die ook