- 4 -
was verre en in de rustige omgeving kwam op deze prachtige
zomeravond het concert tot zijn volle recht. De radiover
binding, welke tijdens het concert het contact tussen beiaar
dier en de hoorders onderhield, getuigt dat ook Haerlem met
haar tijd medegaat.
Zaterdag 25 September was de dag der eerste excursie. Om
9 uur werd van het Kennemerplein vertrokken. Door het
prachtige Noordhollandse landschap ging het naar Jisp, waar
de kerk en het stadhuis werden bezichtigd, nadat wij West-
zaan, Zaandijk, Wormerveer en Wormer waren doorgereden.
Via Wijde Wormer en Purmerend bereikten wij Oosthuizen,
waar de kerk een bezoek van ons kreeg. Dit gebouw verkeert
wel in een treurige staat van verval en het is van harte te
hopen, dat spoedig hulp voor herstel wordt verleend. In
Hoorn werd gekoffietafeld. Onderwijl hield de gemeente
archivaris een voordracht over zijn stad. De tocht ging verder:
over Avenhorn en Middenbeemster naar De Rijp. Ook hier
stapte het gezelschap uit bij de Ned. Hervormde Kerk. Het
fraaie gebouw met zijn vele gebrandschilderde ramen deed
weldadig aan. Het Raadhuisje van Graft wekte aller bewon
dering. Via Heemskerk bereikten wij Beverwijk, nadat
onderweg nog een kopje thee was gedronken. De pont over
het Noordzeekanaal was ons welgezind en zo kwamen wij
weder te Haarlem. Voldaan en verrijkt met kennis over een
gebied, dat niet velen kenden.
De tweede excursie was 'Elswout' op 23 October. Telken-
jare trekt deze middagwandeling veler komst. Men hoopt
steeds op de prachtige herfsttinten, maar het weer is niet
steeds met ons, al wint het bestuur meestal de weddenschap
van de machten, die regen en temperatuur regelen.
De krotopruiming en de vele plannen, welke voor Haar
lems binnenstad bestaan, deden ons de wethouder van
Openbare Werken, de heer W. F. Happé, uitnodigen tot een
voordracht op 30 November over 'Het Haarlemse Verkeers
plan'. Duidelijk en helder werden ons de plannen ontvouwd
en wij prijzen ons gelukkig de wethouder tot deze lezing be
reid te hebben gevonden.
Doordat de Commissaris der Koningin op zijn verzoek af
trad, meende Dr J. E. Baron de Vos van Steenwijk te moeten
bedanken als beschermheer van onze vereniging. Uiteraard
hebben wij aan dit verzoek gevolg moeten geven. Het ging