- 48 - hofstede als wooninge, bouwhuys, schuyr, metten aancleven vandien mitsgaders die erve ende werffve, boomgaerden ende landen daertoe streckende', samen ongeveer zes morgen land uitmakende, 'sulcx ende in allen schijn d'selve hofstede ende landen jegenwoordigh bewoont ende gebruyckt werdt bij Cornelis Cornelisz. landtman'. Deze laatste toevoeging duidt er wel op, dat het in 1634 nog geen herenhuis maar een boerderij was 'staende ende leggende aen 't Manpadtslaen, voor desen gecomen volgends de twee distincte oude op- drachtbrieven van wijlen Juffr. Maria de Groot wed. wijlen Jonkhr. Abram van Alemonde ende Claes Poulusz, buyrman in de Vogelesanck'. De koopsom bedroeg 7.500,—. In 1640 is sprake van een Cornelis Mattheusz. Heutz 'op 't huys te Manpadt', want aan hem dragen dan op 16 Juni Catharina Moens, weduwe van Pieter Schaep, c.s. een partij land over, groot omtrent 10 bont ten Noorden van de Man padslaan, voor 850,—. Hieruit blijkt, dat de boerderij dus tussen 1634 en 1640 in een Huis te Manpad, een herenhuis, moet zijn veranderd. Cornelis Mattheusz. Heutz, vermoedelijk neef en erfge naam van Pieter Cornelisz. Heuts, had zich reeds meer bezittingen in deze buurt verworven, welke alle bij het Huis te Manpad zijn getrokken. Op 28 Mei 1634 verkreeg hij in erfpacht van Adriaan Pauw heer van Heemstede tegen 3,— 's jaars een stuk land aan de Heemsteedse weg, groot 430 roeden, bel end ten Noorden door het Manpad en de Man padslaan, ten Zuiden en ten Westen door de plantage. Deze erfpacht is door Cornelis van Goor, een latere eigenaar van het Huis te Manpad, afgekocht voor 120,—. Op 10 Juni 1634 heeft Nicolaes Crabbemors aan genoemde Cornelis Heuts een stuk land van ca. ?)i/2 morgen verkocht, dat ten Oosten en ten Noorden door de koper belend was. Cornelis Mattheusz. Heuts was 16 Maart 1621 op 26-jarige leeftijd in het register van ondertrouw te Amsterdam inge schreven met Ester (of Hester) du Pire, toenmaals twintig jaar oud. Het echtpaar maakte op 25 September 1624 voor notaris Pieter Carelsz. aldaar een mutueel testament. Men mag dus veronderstellen, dat zij het Huis te Manpad van haar man heeft geërfd, waardoor het komt, dat wij er haar in 1650 met haar tweede echtgenoot, Hendrik van der Kamp, op terugvinden. Dat het Huis te Manpad in hun tijd al een aan- i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1954 | | pagina 78