- 49 -
zienlijk herenhuis is geweest, blijkt wel uit Heibloqs loflied.
Meer bijzonderheden zijn er echter verder niet over bekend,
behalve dat uit enige regels in het genoemde bruilofsdicht is
af te leiden, dat het ook een kruidentuin bezat. Immers daar
in heet het:
Wilt om salff niet t'huyswaart loopen,
Hoor! om niet kunt gij se koopen
In de thuyn van Van der Kamp.
Hendrik van der Kamp heeft zijn echtgenote Hester du
Pire overleefd en is nadien nog tweemaal in het huwelijk
getreden. Hij bleef daarbij op het Huis te Manpad wonen,
maar is zelf nooit eigenaar daarvan geweest, daar het op 27
Juli 1666 door de erfgenamen van Hester en Maria Dupire
Hesters zuster, gehuwd met Arnoud de Wilde voor
Schepenen van Heemstede verkocht is aan Daniel de l'Este-
venon voor 17.000,—. Het bezit was toen 7 morgen min
5 roeden groot, inbegrepen het stuk land ten Noorden van de
Manpadslaan, dat in 1640 was aangekocht. Tegelijkertijd
hebben genoemde erven ook de hofstede "t Kleyne Huys te
Manpadt' verkocht aan een makelaar te Amsterdam, die deze
bezitting op 19 Februari 1668 voor 7.000,— overdroeg aan
Elizabeth l'Egillon, weduwe van Daniel Lestevenon.
Daniel Lestevenon was een voornaam koopman te Am
sterdam, die vooral handel op Spanje dreef. Ook hij had zijn
bezitting te Heemstede uitgebreid, daar hem op 13 October
1666 door Jan de Kies van Wissen getransporteerd was een
weiland langs de Trekvaart op Leiden, die in 1656 was ge
graven, ten Zuiden van de Manpadslaan, groot 1100 roeden,
voor 2.515,—. Hij stierf in December 1666. Zijn weduwe,
Elisabeth Gillon, werd in 1674 aangeslagen voor een ver
mogen van 185.000,—. Zij heeft het gehele bezit te Heem
stede, bestaande uit de hofstede Huis te Manpad met zijn
boomgaard en plantage en daaraan gelegen landerijen groot
omtrent 7 morgen, als ook de boerenwoning het Kleine Huis
te Manpad, c.a., alles te zamen omtrent 14 morgen op 13
October 1675 aan Cornelis van Goor voor 22.000,— over
gedaan.
De nieuwe eigenaar was eveneens koopman te Amsterdam
en een zeer voornaam handelaar op de Levant. Hij was in
1674 aangeslagen voor een vermogen van 100.000,—. Hij