56 Omstreeks 1807 had Cornelis van Lennep door de tuin architect De Haan enige verandering in de aanleg van zijn buitenplaats aan laten brengen naar de nieuwe smaak, d.w.z. in de z.g.n. landschapsstijl. De symmetrie werd verbroken en van de broderiepartijen werden onregelmatige perkjes en laantjes gemaakt. De oude gracht om het huis werd veranderd in e|n vijver, die in verbinding werd gebracht met de sloot ten Zuiden van de. Manpadslaan. Alleen het doorzicht tot de Leidsevaart met de daarin gelegen kom bleef behouden maar overigens werden geen doorzichten gemaakt ten einde de bomen te sparen. Behalve het Huis te Manpad bezat Cornelis van Lennep ook een aanzienlijk huis te Amsterdam op de Herengracht tussen de Vijzelstraat en Reguliersgracht 'naast de Twee Moriaentjesdat sedert 1778 zijn eigendom was. Na zijn overlijden werd dit huis eigendom van zijn weduwe, maar het Huis te Manpad kwam in handen van zijn oudste zoon David Jacob van Lennep, hoogleraar in Latijn en Grieks aan eti^oneneVm Illustre te Amsterdam. De buitenplaats was in 1809, volgens een verklaring van het Gemeentebestuur van Heemstede, ruim 15 morgen groot. Dit betrof het buiten zoals het begrensd werd door de Leidse Trekvaart, Manpads laan Herenweg en de buitenplaats 'De Hartekamp'. Ook over de Herenweg bezat Prof. Van Lennep nog een stuk wei land, waarop men uitzicht had vanaf een daar geplaatste stenen bank. In 1816 sloot hij met zijn neef van 'Meer en Berg een overeenkomst over de grond, die hij daar van hem in erfpacht had; een gedeelte daarvan werd afgestaan en het ander deel van de erfpacht ontheven. Waar de vader zich meest had toegelegd op de bestudering van de dierenwereld, daar schepte de zoon vooral vreugde in die der planten en gewassen. Ook voelde deze zich aange- trokken tot de practische landbouw. David Jacob van Lennep was een der eersten, die in ons land de aardappel introdu ceerde door deze op de grond van het Huis te Manpad te telen. Zijn vrienden, onder wie de letterkundigen Kneppel- hout en Borger^ kon hij er mede verrassen. Laatstgenoemde roemde, niet zonder overdrijving, de aardappel als 'het ideaal van een zaligen winter, waarvoor men den goeden Regeerder der wereld dankbaar moest wezen'. David Jacob van Lennep (geb. 1774) was geheel een man

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1954 | | pagina 88