- 64 - van Haarlem, als ambachtsheren van Tetterode enz. het verzoek 'om zekeren smallen en tegen de laagte aan leg- genden weg' ten zuiden van zijn hofstede lopende, enige roeden hoger op en over zijn grond te mogen verleggen, dan ter breedte van 24 Rijnl. voeten (ca. 7,50 m). Zowel Rijnland als Haarlem geven hun toestemming tot de aanleg van wat nu de Zijweg is (Verbinding Bovenweg-Duinlustweg). Dan moet de Santvoorterweg aan de beurt komen, welks verlegging veel ingrijpender zal zijn. Het volgende voorval komt Mr Boreel daarbij te stade en zal heni helpen de zo zeer begeerde permissie te krijgen. De Haarlemse magistraat was enige tijd tevoren met rijtuig, ter hoogte van Elswout, de Santvoorterweg gepasseerd, die daar door het voort durende verder afzanden dicht langs de rand van het duin was komen te liggen. Wat wel eens zou kunnen gebeuren, geschiedde nu. Het rijtuig raakte van de weg en helde ge vaarlijk over aan de zijde der steile afgegraven helling. Na verloop van enige tijd vraagt Mr Boreel zeer ootmoedig aan het stadsbestuur vergunning de Santvoorterweg te mogen verleggen en te brengen op een breedte van 24 Rijnl. voeten, 'zijnde de voorsz. weg in diverse bogten maar Eene Spoor breed en teegens het afgezande Buytenbosch leggende, daar door aan afkolking onderheevig en mitsdien gevaarlijk om met Rijtuig te passeeren', quod attestor kon de magistraat zeggen. Op 5 December 1785 wordt op het request gunstig beschikt, terwijl ook Rijnland zijn toestemming verleent. Omstreeks het einde der 18de eeuw is men in dit gebied de zandstuivingen meester geworden, het voor de hand lig gende resultaat ener beperking van de konijnenstand. De samenstellers van de 'Tegenwoordige Staat der Duinen in het voormaalig Gewest Holland', kunnen dan ook in 1798 melden, dat de duinen van de Volmeer van teelland van enige betekenis wordt niet gerept 'uit hoofde van den dikken korst, waar mede zij begroeid zijn, verstuiving niet meer doen vreezen'. Toen de vorige eeuw begon, waren er in de Volmeer nog twee boerderijtjes die niet bij Elswout behoorden. Eén daar van was van Boudewijn van Oosten. Het had een recht van overpad over Elswout, daterend van vóór de 17de eeuw. Kort nadat hij in November 1805 het ganse landgoed Elswout had gekocht, begint Willem Borski I de eigenlijke buitenplaats

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1955 | | pagina 102