- 6 - met lichtbeelden gehouden en met hen werd een wandeling door de stad gemaakt. Het Jaarboek 1954 verscheen, met de voorbereiding van dat over 1955 werd een aanvang gemaakt. Ook het boekje over Wildhoef, dat in de eerste helft van 1956 gereed diende te komen, werd ter hand genomen. Hiermede besluit ik mijn greep uit de gebeurtenissen om over te gaan tot het herdenken van de heer F. H. Benraadt, die op 12 Februari overleed. Na het beëindigen van zijn werk aan de Stadsbibliotheek en Openbare Leeszaal, stelde de heer Benraadt zijn werkkracht en werklust te onzer beschik king om de ordening van de inventaris en de boekerij, welke werkzaamheden door wijlen de heer W. P. J. Overmeer waren aangevangen, te voltooien. Helaas is het ook hem niet gegeven geweest deze taak af te maken. Voor zijn grote be langstelling in onze Vereniging en voor zijn nauwkeurige arbeid zijn we de heer Benraadt grote dank verschuldigd. Hij ruste in vrede. Thans ben ik gekomen aan het einde van mijn verslag, mijn zwanenzang. Het is mij steeds een dankbare taak ge weest de jaarverslagen voor U op te stellen om zodoende voor U allen het afgelopen jaar te memoreren en voor mij zelf te doen herleven. Groot is de taak van onze Vereniging, groot is de verantwoordelijkheid voor U allen. Moge de Vereeniging Haerlem blijven wat zij steeds ge weest is! Het orgaan, dat de liefde voor Haarlem en zijn omgeving propageert door bestudering van het verleden, door te strijden voor het behoud van datgene, wat waard is van dat verleden behouden te blijven, Haarlem, een door en door Hollandse stad, met een even typische en schone hol- landse omgeving, is dat meer dan waard. Aan ons de plicht om dat waar te blijven maken tegenover hen, die dit gevoel nog steeds missen. P. A. Dijkema

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1955 | | pagina 16