- 13 -
van nature wat beschroomde man, die zich van zijn eigen
talenten maar nauwelijks durfde bewust te zijn, leidde zijn
school niet met zelf-bewuste bazigheid noch met een zich
veilig voelend gezags-besef, maar allereerst met een heel groot
hart. Zijn aangeboren west-friese gevoeligheid had hij weten
te doordrenken met een diepmenselijke en priesterlijk ge
richte liefde; daarom trachtte hij te vergoelijken, waar het
maar mogelijk was; wist hij te matigen, ook waar het mis
schien niet steeds verantwoord was. Dit kon moeilijkheden
geven bij het leiden van een grote school, moeilijkheden die
hem zwaarder wogen naarmate de school groeide en een
strakke leiding noodzakelijk werd. Hij wilde echter te mid
den van zijn dravende en luidruchtige jongens liever blijven
het vaderlijke, vaak biddende middelpunt.
Zijn hoffelijkheid, zijn zin voor traditie en beschaving,
zijn belangstelling voor alles en voor iedereen, zijn uitzon
derlijke nauwkeurigheid, zijn voorzichtig ontzien van ieders
belangen, het zijn slechts facetten van de grote hartelijkheid,
waarmee hij voor ieder open stond, en van de priesterlijke
bewogenheid, van waaruit hij vorm gaf aan zijn rectoraat.
Toen hij, van nature veeleer geneigd tot contemplatie en
ingetogenheid, door zijn oversten geworpen werd in het
bruisende leven van een middelbare school, heeft deze vorm
van beleid, heeft dit rectoraat hem bewust voor de geest
gestaan. En in de vier en twintig jaren, die hij mocht wijden
aan zijn school, is hij dit ideaal trouw geweest, ook als het
moeilijk was, ook als omstandigheden, en soms personen,
zich keerden tegen hem.
Zijn feilloos geheugen waardoor hij, ook na lange jaren,
ieder van zijn leerlingen kende en zich allerlei bijzonder
heden herinnerde, was in feite niet anders dan een teken
van de levenswarme belangstelling, die zijn rectoraat beziel
de. Wanneer er een kern van waarheid zou liggen in de
stelling, dat de mens slechts vergeet wat hij vergeten wil,
dan heeft Pater Vlaar bewust nooit iets willen vergeten van
al datgene wat zijn leerlingen en oud-leerlingen, zijn collega's
en medebroeders aanging. Het is het grote kruis geweest van
de laatste jaren van zijn rectoraat, dat hij, eerst door de
oorlogsomstandigheden die de school verspreidden door heel
de stad, later, weergekeerd in de eigen gebouwen van de
Zijlweg, door de enorme groei van het aantal leerlingen, niet