HENRI CORNELIS VERKRUYSEN
Oud-directeur der school voor Bouwkunde, Versierende
Kunsten en Kunstambachten
11 Augustus 1886—14 Maart 1955
Het is merkwaardig zo lang als bepaalde herinneringen
uit iemands jeugd kunnen stand houden, wanneer andere,
misschien veel belangrijker gebeurtenissen al lang vervaagd
of geheel vergeten zijn. Zo gaat het mij ten opzichte van
Verkruysen. Ik zal vijftien jaar oud zijn geweest en was
sedert enkele dagen zijn leerling op de Kunstnijverheid
school aan de Dreef. Ik behoorde er wel tot het eerste groep
je, dat onder zijn leiding was gesteld. Verkruysen stuurt mij
uit om een boodschap, ik geloof om iets in een fotografie
zaak te halen. Hij geeft mij zonder aarzelen en tot mijn niet
geringe verbazing zijn goed gevulde portemonnaie mee en
steekt deze, wanneer ik terug ben en het gevraagde heb
overhandigd, zonder te kijken wat er uit was genomen, weer
in zijn zak. Ik geloof, dat ik dit toen een beetje raar vond.
Later pas heb ik begrepen, dat het iets heel gewoons voor
hem was, een kant van zijn voortreffelijk en gaaf karakter,
dat ook in de 'res parvae' tot uiting kwam: vertrouwen schen
ken om vertrouwen terug te ontvangen.
Verkruysen, die in Haarlem middelbaar onderwijs ont
ving, studeerde daarna voor tekenleraar aan de bekende
Rijksmuseumschool van W. B. G. Molkenboer. Na een korte
werkzaamheid elders werd hij in onze stad als docent aan de
school voor Kunstnijverheid benoemd, waar E. A. von Saher
destijds directeur was (evenals van het in het Paviljoen Wel
gelegen gevestigde museum). Na enige jaren volgde hij deze
op, maar dan alleen voor de school. Het museum kwam
onder andere leiding.
In de jaren, die vooraf gingen aan de eerste wereldoorlog,
toen hij dus nog geheel aan het begin van zijn loopbaan
stond, openbaarden zich in Verkruysen reeds zijn aange
boren gaven als kunstpaedagoog. Er ging wel een onver
moede wereld voor ons open in de jaren dat een jonge mens,
hoe dan ook, tot enige vorming van de persoonlijkheid komt.
Verkruysen was toen al (omstreeks 1910) een fervent He-