- 17 -
bezoek van drie prominente kunstenaars als H. P. Berlage,
R. N. Roland Holst en J. Mendes da Costa aan de toen
malige minister van O. K. en W., werd de Haarlemse kunst
school in 1926 opgeheven.
Het kan wel niet anders, of de vernietiging van dit, met
zoveel zorg en liefde opgebouwde, werk is de grote deceptie
in Verkruysen's leven geweest. Een bitter verdriet, dat hem
niet meer zal hebben verlaten, al vond hij nog allerlei andere
dingen te doen en al kon hij zich nu ook geheel geven aan
zijn werk voor de Volksuniversiteiten waar hij langzamer
hand een bepaald publiek had gekweekt en zijn samen
werking met Dr A. F. J. Portielje bij het maken van de
Artis-films. Hier hebben wij gelegenheid op nog een kant
van Verkruysen te wijzen: zijn buitengewone vermogens als
'camera-man'. Zowel op het gebied van de fotografie als van
de documentaire film (beide wees hij met beslistheid af als
te behoren tot 'de' kunst; het woord filmkunst vond hij
alleen maar belachelijk) heeft Verkruysen buitengewone
dingen gedaan. Ik denk hier aan zijn eerste films over Parijs,
aan die over Italiaanse of oude Duitse steden, aan die over
Brugge met de Heilig Bloed processie, aan de vele voor
treffelijke opnamen ook, die hij maakte naar oude of heden
daagse architectuur, waar het later door hem geleide archi
tectentijdschrift 'Wendingen' en ook het Bouwkundig
Weekblad geruime tijd van hebben geprofiteerd.
Zoals ik al vaststelde: Verkruysen had daarbij de gave van
het woord. Hij kon een heel boeiend spreker zijn en dat soms
voor de vuist weg, vooral als hij niet vermoeide met te veel
dogmatisch-filosofische bespiegelingen. Hier raak ik aan een
bezwaar, dat ik wel eens tegen de kunstbeschouwing van
Verkruysen heb ondervonden. Hij kwam kennelijk langs
een omweg tot het kunstwerk, niet rechtstreeks. Die omweg
leidde voor hem door het gebied van de filosofie. Hij 'kap
selde' het kunstwerk als het ware in. Hoewel niet altijd,
diende het hem toch menigmaal als bewijsmateriaal voor
zijn wijsgerig-logische redenering.
Het in 1947 verschenen, uitvoerige en rijk-geïllustreerde
boek Eeuwige en eindige waarden in kunst en leven is dan
ook een studie over de redelijke zin van het schone en de
kunst. Naast de vele citaten van Bolland, zal een wijsgerig-
gereserveerde schrijftrant wel de oorzaak zijn geweest, dat het