- 49 -
van Graaf Dumonceau, in de nabijheid 'opgeslagen', volgens
sommigen zijn opkomst te danken zou hebben gehad. Hij
gaat dan verder met een proeve tot naamsverklaring: niet
een duinbron zou met Kraantje Lek zijn gemeend, maar
waarschijnlijk een tap-mogelijkheid van geestrijk vocht.
Voorts wees hij nog op de aanwezigheid van de bekende
holle boom door een storm op 23 Augustus 1812 'hol' ge
worden, waarvan reeds in zijn tijd weinig meer dan een ruwe
schors van de dikke stam over was, door geteerd zeildoek
beschermd tegen het verwoestende water en door latwerk
in zijn zijde gepantserd om de jongens eruit te houden. En
eindelijk verzekert Ds Craandijk dan, dat volgens een hard
nekkig volksgeloof de jonge Haarlemmers niet door de
ooievaar bezorgd worden, maar dat zij allen, zonder uitzon
dering uit deze holle boom afkomstig zijn.
Daartegenover was de archivaris Gonnet de mening toe
gedaan, dat Carel Molijn, de stichter omstreeks 1640 van het
nabij gelegen Elswout, 'Rockaers' of het 'latere Kraantje
Lek' aan dit nieuwe bezit had toegevoegd. Dit is echter on
juist. Mr G. P. Boudaen, burgemeester van Amsterdam, ge
huwd met Catharina Margaretha Romswinckel, koopt,
nomine cuptis 'Rockaers', op 5 November 17393. Sindsdien
maakt Kraantje Lek van Elswout, waarvan dit echtpaar het
bezit had, deel uit.
Wat hiervan zijn moge, 'Rockaers' is nooit de voorganger
geweest: het was vanouds reeds identiek met Kraantje Lek,
welke laatste naam wij eenvoudig als een populaire bijnaam
kunnen beschouwen. En Kraantje Lek is evenmin sinds
mensenheugenis al dan niet intermitterend, een onderdeel
van het complex Elswout geweest, het behoorde eenvoudig
als allodium onder het bezit van het destijds in de nabijheid
gelegen adellijke huis Rolland.
Dat dit laatste inderdaad het geval was, blijkt onomstote
lijk uit de boedelrekening, die opgesteld werd door de Haar
lemse heren Mr Jan Groenhout, advocaat, Pieter Gerlings,
notaris, Jan van Loon en Melchior van Cleynenbergh, beide
procureurs, welke door schepenen van de stad Haarlem op
11 November 1711 aangesteld waren tot curatoren over de
insolvent verklaarde boedel van Jr Diederik Ramp van Rol
land en Steenhuijzen en diens huisvrouw Geertruijd Spey-
aart (van Poelenburg) 4.