- 58 -
'Dommerskroft' genaamd die, groot ruim 1800 roeden, in het
laatst der 16de eeuw aan Pieter Janss. Dommer toebehoorde,
aan Gabriël Marselis, eigenaar van Elswout, aan wie hij op
5 Juni 1656 ook de Riethoorn" transporteert, die dan van
het steeds groeiend bezit: Elswout, deel gaat uitmaken.
Gabriel's zoon, Johan (1641-1702), wordt er eerst vijftien
jaar na dode zijns vaders mee beleend (1688). Diens gelijk
namige zoon verzoekt in 1707 de Staten van Holland en
West-Friesland van de 'voorsz. Landen enz. de vassalagie
ende Feudaliteyt te remitteren ende tot vrije ende Allodiale
(niet leenroerige) Goederen te muteren'. Hij motiveert dit
verzoek met te vermelden, dat hij de grond 'tot beeter Cul
ture ende Vrugtbaarheid zoude konnen brenghen, indien
dezelve tot vrije ende Allodiale Gronden wierden geconver-
teert'. Anthony Heinsius, de raadpensionaris en vertrouwde
raadsman van de Koning-Stadhouder, moet in deze advies
uitbrengen. Bij der Staten beschikking van 22 Februari
1708 wordt de Riethoorn tot allodiaal goed verklaard. De
door de Schout van Tetterode toen getaxeerde waarde be
droeg 3500 ponden van 40 groten 't pond, van welk bedrag
de zesde penning ten behoeve van de Staten moest worden
betaald. Johan van Marselis de Jonge (1672—1724), die ook
zijn overig bezit schromelijk verwaarloosde, deed ten aan
zien van de Riethoorn geen enkele poging tot behoud, laat
staan tot het in cultuur brengen. Bovendien deden de zand-
stuivingen, berucht in deze omgeving, hun vernielend werk.
Preciese begrenzingen zijn niet meer op te geven en ook de
naam is in onbruik geraakt. Vast staat nog slechts, dat mid
den in de Riethoorn het buitentje 'De Graauwe Olipliant'
lag.
2. De Graauwe Oliphant
Uit de boedel van de Haarlemse koopman Augustijn
Cloribus, koopt op 24 Juni 1648 de Amsterdamse koek
bakker Jochem VAN Arras, de 'groote, schoone, playsante,
welbeplante, vermakelijke hofstede 4 etro s Bosch met een
paar morgen grond. Hij was een der zeer weinige eenvoudige
Amsterdammers, die zich aan de nooxdelijke rand van de
Aerdenhout waagde te vestigen tussen die daar wonende
grote Heren, als Backer, Lestevenon, Van Loon, Munter,