- 28 - reden waarom de Commissaris van de Koningin, Mr van Leeuwen, hem het voorzitterschap van de Gezondheidcom missie opdroeg, toen hij in 1912 vergaande maatregelen be pleitte om een heersende diphterie-epidemie de kop in te drukken. In de weinige vrije uren die hem ter beschikking stonden, trok zijn hart steeds naar het water. Oud race-roeier in de jonge vier van Nereus, hartstochtelijk zwemmer trachtte hij des zomers elke dag even naar zee te gaan om te zwemmen. Een langzaam toenemende doofheid aan één oor, waarvan hij bevreesd was dat hij gevaar voor zijn patiënten zou kun nen opleveren, dreef hem in 1937 tot het zware besluit zijn geliefde practijk vaarwel te zeggen. Geneesheer bij de gratie Gods ware niets hem liever geweest dan in het harnas te mogen sterven! Hij vestigde zich toen in Santpoort. Vijf jaar later ontviel hem daar zijn vrouw. Sombere jaren braken toen voor hem aan, nog verergerd door het feit dat hij in 1943 tot evacuatie gedwongen werd. Diep griefde het hem dat hij na de oorlog niet naar zijn woning mocht terugkeren, waardoor hem. wegens het ontbreken van een laboratorium, het voortzetten van zijn bacteriologische studies onmogelijk gemaakt werd. Pas in 1952 keerde hij in zijn huis terug, waar hij op 29 November 1956 na een korte ziekte overleed. Mogen in zijn laatste levensjaren hem de donkere wolken niet bespaard gebleven zijn, er kan niet anders gezegd wor den dan dat het een werkzaam, nuttig en rijk leven geweest is, waarover de zon van het huwelijksgeluk gestraald heeft en dat vervuld was met het gevoel van voldoening, dat het geven van hulp aan anderen schenkt. Sj. H. Brongersma

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1956 | | pagina 54