- 35 -
1713, schepen in 1742, 1743 en 1748, werd op 18 Juni 1747
tot lid van de vroedschap gekozen.
Laten wij naar de eigenaars terugkeren, nadat wij iets over
een huurster hebben verteld, waartoe een toevallige vermel
ding in een inventaris ons aanleiding gaf. Bij de boedel
scheiding van de nalatenschap van Mattheus Hooft van 13
October 1777 (not. prot. 1092, akte 59) ging ons huis in eigen
dom over aan Koenraad Hoves als zijn deel in de nalaten
schap van Mattheus Hooft, die ca. 206.000,— groot was,
een zeer aanzienlijke som. Hoves verkocht volgens het Ver
pondingskohier van 1774—1810 zijn nieuwe bezit bijna da
delijk, op 3 Mei 1780, aan Pieter de Kruyff, gehuwd met
Catharina Blom. Op 4 Otober 1800 maakte De Kruyff voor
notaris Johannes Petrus Kuenen zijn testament. Kort daarna
overleed hij. Op 10 Februari 1801 verkochten zijn erfgena
men het huis Grote Markt 21 aan Francois Jacob Prince,
die het op 1 November 1809 overdeed aan Cornelis Kraan.
De laatste werd op 14 October 1815 begraven.
De verdere geschiedenis van het huis is gauw verteld. Aan
zienlijke bewoners zou het huis niet meer kennen. In het
Volkstellingsregister van 1829 vinden we als bewoner ge
noemd J. C. B. de Vries, oud 57 jaar, uit Paramaribo, gepen
sioneerde, en in dat van 1839 Roelof Eekhout, oud 50 jaar,
uit Amsterdam, die provinciaal inspecteur der registratie
was. In het Bevolkingsregister van 1849 ontmoeten wij dan
eindelijk J. van Brederode, geboren te Haarlem in 1825,
boekhandelaar, die, naar men zegt, in rechte lijn zou afstam
men van een bastaardzoon van de heren van Brederode. Hij
zou zich voor de geschiedenis van Haarlem zeer verdienste
lijk maken door zijn uitgave van F. Allan's 'Geschiedenis en
Beschrijving van Haarlem'. Van woonhuis was Grote Markt
21 boekwinkel geworden, wat het meer dan een eeuw zou
blijven. Wij allen bewaren de herinnering aan een ouder
wetse boekwinkel, waar nog niet werd meegedaan aan de
moderne rage voor neonlicht en efficiency. Daarmee kan men
echter de tijd niet tegenhouden en zo zal er dan nu een
modern kantoorgebouw komen.
Ondanks alle droge feiten, die in het voorgaande rijkelijk
aanwezig zijn, brengt ons de geschiedenis van dit ene huis in
nauw contact met het verleden van Haarlem, in het bijzon-