- 45 -
notaris Schout vroeg 'waeromme hij tegens de pachters van
de bieren hadde verclaert, datter twee halve vaten op één
billiet uyt zijn brouwerije gegaen waeren, en waeromme hij
den reqt. (Bon) met soodanige logens beschuldigde?' Dan
vertelt de stakker dat, toen hij zijn huisje wilde binnengaan,
de pachter hem gevolgd had en 'seer onverhoeds mede in
sijn huysgecomen' en nogwel met zijn 'bijhebbende gezel-
schappe, die hem aldaer seer schielijck quamen opt lijff val
len, waerdoor hij Lodewijck soo verschrickt was geworden,
als off hem een natte sack over sijn lijff geworpen hadde
geweest', zodat hij door 'verbaestheyt nyet en wist wat hij op
de vrage antwoordde'.
Bovendien had de pachter een wel zeer afkeurenwaardige
truc toegepast, die wij ons nog zo goed van onze Oostelijke
buren in de bezettingstijd herinneren, n.l. door te zeggen
dat de betroffen persoon reeds bekend had, hier, 'dat hij van
den brouwer aff quam, ende datte selve bekent hadde, datter
twee halve vaten op éen billiet gebracht waren'.
Ach, die arme kleine man; bang voor beide partijen, ver
klaart hij enige dagen later, hiertoe door de pachter ver
zocht, nogwel voor dezelfde notaris, alles ten voordele van
de pachter. Of het nog tot een bekeuring kwam vertelt de
geschiedenis niet verder.
Op 17 Mei 1645 compareerde Pieter Bon als deken van
het brouwersgilde met twee vinders, voor de notaris, om op
verzoek van de garentwijnders te verklaren dat het de
brouwers en brouwsters vrij stond hun merken met een
kroon daarboven te versieren, ook al hadden zij het te
voren niet gedaan, eveneens, dat zij de kroon ook weer
mochten weglaten 'soo een yder tot meest recommandatie
van sijne bieren ende advancement van sijne neeringe, dat
goed en geraden vint'.
Uit deze regels blijkt, dat, mochten de Doopsgezinden wel
is waar uit de regering gesloten zijn, zij als leiders voor an
dere functies wel verkiesbaar waren. Verder kunnen wij
uit de verklaring opmaken dat er in het midden der zeven
tiende eeuw twijfel bestond of een kroon boven een huis
merk al of niet een geheel hiermede vormde of slechts als
decoratie diende.
Op het gedeelte van de oostzijde van het Spaarne dat op