- 49 - gelegen bijkans ruïneus geworden. In het begin der 16de eeuw was een vierde gedeelte van de eenentachtig haard steden in de ban van Tetterode, Aelbertsberg ende Vogelen- sangh zo arm, 'dat zij niet geven en mogen'. Voor het eerst werden door keizer Karei V maatregelen genomen om het enorme aantal konijnen in deze gewesten te beperken. In de considerans van zijn vermaard plakkaat-generaal van Kerst dag 1517 wordt overwogen hoe 'onse Bosschen ende Wilder nissen in onse Landen van Hollandt ende Vrieslandt daghe- licx hoe lancx soo meer vergaen mits de Conijnen die hen aldaer houde, die de jonge spruytelingen int beginsel van de jaer af eten, daer bij van nieuws aldaer niet groeye en mach'. Begonnen wordt met een bescherming van enkele bossen: Haarlemmer-Bosch, Hillegommer-Bosch en 'ons Bosch inden Hage'. Na enkele jaren wordt dit plakkaat gerenoveerd en de verwachting zou gewettigd zijn, dat men het konijn verder ging terugdringen. Het tegendeel is waar. Verboden wordt er met bussen of bogen op te schieten en ze uit te delven, of in de duinen 'naer Conijnen te rommelen ofte te stommelen'. Nog duidelijker dan voordien blijkt het 'onbehoorlick conijn vanghen' (stropen) een duur en gans niet ongevaarlijk tijd verdrijf: 'Deghene diemen bevinden sal fretterende, oft met langhe Netten Conijnen in des Keysers Duinen ende Wilder nissen by nacht oft by daghe afstekende, dat sal wesen die eerste reyse op de peyne van veertich gouden Carolus gul dens, die tweede reyse op de privatie van haer rechter ooghe: ende die derde reyse op de privatie van t'ander ooghe'. Later wordt die straf wat gemitigeerd. Een stroper kon er het ge zicht niet meer bij inschieten. Naast aanmerkelijke boeten, wachtten hem slechts geseling en verbanning. Na het beleg van onze stad in 1573 is de toestand van de dorpen langs het duin nog slechter geworden. Zij lagen, zegt Ampsing, 'Deerlijck verwoest ende vernielt'. In de stad zelf heerste de pest, die stellig ook op het naburige platte land slachtoffers zal hebben gemaakt. De wallen om de land percelen raakten in verwaarloosde staat, en de konijnen had den nu geheel vrij spel. Wel poogde men ze met grote kosten te 'heijnen', maar dit was 'tot luttel baets'; 's nacht braken ze veelal door de staketsels heen en veroorzaakten dan grote schade. 3 Het plakkaat van keizer Karei is ontelbare malen ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1956 | | pagina 79