- 50 -
nieuwd, ook door de stadhouders. Een tot op de huidige dag
nog dankbaar toegepaste techniek van stropen leert artikel 33
van het toen door Prins Maurits voor de 17de maal ver
nieuw plakkaat:
'Ende gemerckt noch by diversche uytheemsche Soldaten
dese voorleden troublen aen weder zijden ghedient heb
bende in de voorschreven Houtvesterie innegevoert is een
nieuwe practijcke van copere stricken, daer mede veel
Hasen ende Conijnen vernielt worden: Is daeromme
(volgt de strafbepaling). 4
Allengs nemen ondergraving en verstuiving der duinen
hand over hand toe. De weg naar Zandvoort b.v. is niet berijd
baar te houden. De schelprijders met hun wrakke paarden
blijven herhaaldelijk onderweg met hun vrachten steken.
Van culinair standpunt beziet Ampsing in zijn bekend werk
van 1628 de toen heersende konijnenplaag, waaraan hij de
volgende regels wijdt:
'Al-om in dit gebergt sijn lang-geoorde dieren
'Die grimm'len allezins en krielen als de mieren
'En lopen overhoop. Wat menig schoon Konijn!
'Men weet niet hoe alhier so grooten hoop mag sijn.
"T gebergte loopt schier weg, Gemeyn en lecker eten;
'Waer van wij Kermers volk Caninefates heten'.
Tenslotte is ook het gevaar voor het duin als waterkering
niet denkbeeldig. Nadat er in 1660 een 'inspectie oculair'
had plaats gevonden, nemen de Staten van Holland en West-
Friesland een jaar later een resolutie, inhoudende, dat een
grote partij duinen, waaronder het Zwarte Veld, 'van alle
Conijnen sal ontbloot worden', met ingang van 2 Februari
1662, en dan nog maar alleen langs de Voorkant, dat is de
Oostzijde. Bovendien zou dit nog slechts geschieden bij wijze
van proefneming voor de tijd van zeven jaren. Men moest de
eigenaren van de ter depopulering aangewezen duinen zeer
machtige en invloedrijke heren (het Zwarte Veld bv. res
sorteerde onder Brederode) niet te sterk in hun jachtbe-
langen aantasten. Een verdere tegemoetkoming was, dat hun
een jaarlijkse schadeuitkering zou worden gedaan ten laste
van de overheid en de heemraadschappen (i.e. Rijnland), die
de zeeweringen onderhielden, gelijk aan hetgeen hun duin-