merge in de verpondingen zoude mogen contribueren, mits
dat dezelve alvorens bij den suppliant wierden gedepopuleert
en ten eeuwigen dage gedepopuleert zouden moeten blijven'.
Hij motiveert zijn verzoek door er op te wijzen, 'dat de voor-
schreeven Duinen zedert eenige tijd zodanig zijn vervallen
(lees: van konijnen ontbloot!) dat de Inkomsten van dezelve
in verre na niet opbrengen de Lasten welke daar van moeten
worden betaald; dat hij ingevallen hij dezelve Duinen na
behooren met conijnen populeerde, de Suppliant aan de
Brouwerskolk der stad Haarlem, Lijnwaat, Gaaren en Kleer-
bleekerijen, mitsgaders verder Buurenlanden, Zaat en hout
gewassen merkelijk zouden benaadeelen wijl de voorschree-
ven duinen tegens de voorschreeve kolk, Bleekerijen en
droogbergen grensende zijn en waartegens niet wel met Hei
ningen of slooten konden worden voorzien, en de voor
schreeve Kolk enz. en verdere Landerijen door de Conijnen
zouden werden vernield'. Reeds zeven dagen later ziet Mr
Boreel zijn verzoek ingewilligd. De hele zaak is voor hem
bedisseld door de schout en notaris te Overveen Francois
Augustus de Genestet, die ook schout van Zandvoort was,
de overgrootvader van de dichter. De Genestet deelt in een
brief het gunstig resultaat van zijn bemoeienissen mede en
schrijft dat dit voor Boreel's grondbezit in deze ban een
waardevermeerdering betekent van meer dan 12.000,—.
Dan laat hij, van de ongetwijfeld gunstige stemming van zijn
principaal profiterend, aan het slot van zijn missive dit ver
slag volgen, waarvan de bedoeling niet viel mis te verstaan.
'Gepasseerde week is te Santvoord een visscherspink met zes
'Man verongelukt, waardoor vijf ongelukkige weduwes ge-
'komen zijn, als vier die hunne Mannen en een, die vijf kin-
'deren had, haar oudste zoon en Broodwinners verlooren
'hebben. Hierdoor zijn er ook elf ongelukkige weesen. Ik heb
'om die Armen Luiden, weduwes en wesen te ondersteunen
'reeds ontvangen zes en zeventig Guldens en vijftien stuivers
'en toen ik dien Luiden hier had om daaruit behoeftighee-
'den te geeven, vielen er twee van hunzelven en heb nooit
'meêr droefheid gezien dan bij die bedroefde en gantsch
'troosteloosen luiden. Ik hoop dat ik hun meerder zal kunnen
'ondersteunen wijl er voor die menschen niets te winnen is'.
De laatste eigenaar van Elswout c.a. uit de rij der regenten
ten tijde van de Republiek overleed ruim een en veertig jaar