kwam met vrachten hooi en wat verder dringend nodig was. 'Mijn nieuwe landheer is zoo goed Dat het ons verwonderen doet Hij kwam met zijn rijtuig hier Door de duinen voor zijn pleizier. Hij komt zelfs in onze woning Wij eerden hem als onze koning. Zijn rijtuig is met breede banden 20 't Kon over bergen en langs stranden En zijn paarden vlug en fijn Brengen hun heer waar hij wil zijn'. Dan tegen 1890 begint de tegenslag. Zijn vrouw wordt ziek. Zijn kinderen, eerst goedkope arbeidskrachten, zijn wegge trokken. Het werk begint hem zwaar te vallen. Op de schrale duinweiden voor het vee bestemd, maar door het telkenjare toenemende aantal konijnen afgegraasd en bedorven, is 's zomers onvoldoende voedsel te vinden en zeker geen hooi te winnen. Reeds in 1883 bereikte de totale konijnenvangst in het Zwarte Veld het enorme aantal van bijna 11.000 stuks. En in 1896 bedraagt het aantal daar gedolven konijnen alleen al ongeveer 14.000, welk getal in het topjaar 19Ö6 met nog ruim 3.100 wordt overtroffen. 'Alle rampen treffen mij, Mijn paard valt dood zoo voor de wagen, Mijn biggen sterven alle dagen Zoo gaat het hier alles weer minderen Ook mijn beesten en mijn kinderen'. En Zuiderduin trekt weg, eerst naar een huisje op 'Rolland' in het tegenwoordige Ramplaankwartier van Haarlem-W. Het Huisje in de Woestijn staat leeg en verlaten, nadat zijn kinderen nog hadden meegenomen wat van hun gading was. In de nu volgende jaren vinden bij slecht weer helmplanters en konijnendelvers in de bouwval een onderkomen. Nunc spes est ubi Troja fuit. Enkele seringenstruiken en wat puin markeren de plek waar het stond 21. Hoogbejaard sterft Zui derduin in het Diaconiehuis der Ned. Herv. gemeente aan de Jansstraat te Haarlem. In het laatst van de vorige eeuw weet de toenmalige burge meester van Haarlem gedaan te krijgen, dat in het Zwarte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1956 | | pagina 95