69
Vuchterheide vergelijken. Het verdedigingsstelsel om Bever
wijk heeft bestaan uit 26 lunetten, die elk een nummer dragen.
De met oneven nummers getekende liggen vooraan, terwijl die
met de even nummers iets achterwaarts geplaatst zijn in de
intervallen (met uitzondering alleen van de no's 24, 25 en 26).
De meest Westelijke, tevens de grootste, was de no. 1. Deze
lunet was indertijd aangelegd op een stuk terrein, dat toebe
hoorde aan een bekende figuur uit onze Vaderlandse geschie
denis, aan Gijsbert Karel van Hogendorp, die toen
bewoner was van het nabijgelegen huis Adrichem. De werken
der tweede linie zijn aangelegd in de vorm van een pijlpunt
('flèche') en zij bestaan uit een hoofdwal in keper-vorm, die op
de uiteinden voorzien is van een enigszins naar binnen gericht
verlengstuk van die wal. Deze verlengstukken zijn nog iets lan
ger dan de benen van de keper. Daarentegen vertoont bij de
'posten' der voorste linie de wal geen gebroken lijn. Hier ligt
de wal ongeveer half-cirkelvormig naar binnen omgebogen.
De keel van beide soorten van werken is geheel geopend ge
construeerd, met dien verstande natuurlijk, dat men deze
voor een belangrijk deel door rijen van palissaden afgegren
deld gedacht heeft.
De lunetten van de eerste of voorste linie zijn elk voorzien
van drie geschutsopstellingen, elk met een oprit. In die van de
tweede verdedigingslijn is alleen vooraan, precies in de as, een
geschutsopstelling gebouwd. Tussen of terzijde van deze
plaatsen voor de kanons zijn banketten aangebracht ter rang
schikking van de infanterie. Tenslotte is om de teen aan de
buitenkant en doorlopend met een naar buiten uitstulpende
hoek in de keel, steeds continu een rij van palissaden gecon
strueerd, een voorziening welke bij de binnen-posten gemist
werd. Grachten omgaven de lunetten alleen in front, zover
als de hoofdwal strekte, maar dan zó, dat bijna alleen alle
werken in voorste linie van grachten voorzien waren en slechts
bij uitzondering een enkele in tweede linie.
Noch alle posten der voorste, noch die der tweede reeks zijn
precies gelijkvormig tot stand gekomen, want er zijn kleine
maar ook grote onder. Royaal zijn b.v. no. 5 en no. 7
uitgevallen, terwijl de no's 8 en 9 tamelijk klein van opzet
waren. In alle gevallen heeft de dienst van de Bataafse Genie
zich gehouden aan het algemene model, maar soms heeft hij,
in verband uiteraard met de situatie van het terrein, bepaalde