JAARVERSLAG 1957
Voor de 56ste maal wordt U een jaarverslag aangeboden,
waarin U in het kort vindt opgetekend wat in en om UwVer-
eeniging Haerlem gebeurde in het jaar 1957. Een jaar, dat het
stempel draagt van de dramatische slippartij van onze geleide
welvaart, hetgeen eindigde tegen een stoere paal, bestedings
beperking genaamd. Het is verrassend geweest welk een veel
zijdig gebruik van dit toverwoord, waartegen geen enkel
argument hout sneed, gemaakt kon worden. Op vele plaatsen
is het gelukkig ook terecht en in de goede zin gebezigd, doch
in het vlak, waaronder gebouwen, restauraties en dus ook
Haerlems belangstelling ligt, voelden wij ons toch wel eens erg
onprettig.
Uiteraard eist onze paraatheid ter verdediging van ons
hoogste goed belangrijke offers; doch een deel van dat hoogste
goed is onze West-Europese beschaving en nu lijkt het soms
wel of juist alles wat met deze cultuur te maken heeft als luxe
wordt beschouwd. En luxe is het eerste waar men op bezui
nigen moet. In de gehele sector Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen moet men zich beperkingen opleggen en alleen in
het allernoodzakelijkste kan worden toegestemd. De keuze
van dit noodzakelijke zal wel altijd een twistpunt blijven en
Uw secretaris acht zich niet bevoegd hierop kritiek uit te
oefenen.
Op 14 februari waren wij in Brinkmann's Kroonzaal, waar
de heer J. G. N. Renaud, conservator van de Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort, ons onthaal
de op een vlotte en interessante lezing met lichtbeelden, ge
titeld: De Glorie van glas, tin en aardewerk. De vele merk
waardigheden en de bijzondere vondsten, door de mooie
lantaarnplaatjes ons prachtig gedemonstreerd, hebben ons
allen zeer geboeid.
25 februari sprak Ir. P. K. van Meurs, directeur van de
Planologische Dienst, over het streekplan IJmond en Kenne-
merland. Aan de hand van grote en kleinere kaarten zette de
heer van Meurs uiteen hoe de problemen lagen en wat de
plannen waren, waarmee deze vraagstukken mogelijk het