Prof. Dr. GUSTAAF ADOLF
VAN DEN BERGH VAN EYSINGA
27 juni 187426 mei 1957
De 26 mei 1957 overleed in Bloemendaal dr. G. A. van den
Bergh van Eysinga, emeritus-hoogleraar aan de Amster
damse universiteit en bijzonder hoogleraar aan de universiteit
van Utrecht.
Geboren in Den Haag, bezocht hij het gymnasium in Sneek
en studeerde hij in Leiden, waar hij in 1901 cum laude promo
veerde op een proefschrift getiteld 'Indische invloeden op
oud-christelijke verhalen'.
Behalve aan Leiden, waar mannen als Land en Bolland
doceerden, dankte hij zijn ontwikkeling ook aan de universi
teiten van München en Berlijn, waar hij in contact kwam met
vele geleerden van naam.
In 1904 werd dr. van den Bergh van Eysinga, nauwelijks
30 jaar oud, privaat-docent aan de universiteit van Utrecht
met de opdracht colleges te geven in de wordingsgeschiedenis
van het Christendom, een opdracht welke hij later, als bijzon
der hoogleraar, meer dan 50 jaren met voorbeeldige ijver en
plichtsbetrachting heeft vervuld. Hij streefde daarbij naar
wetenschappelijk en wijsgerig verantwoorde begripsverhelde
ring op basis van critisch historisch onderzoek en logisch
dialectisch denken. Nadat hij enkele jaren bijzonder hoog
leraar in Utrecht was geweest, gedurende welke hij zijn be
kende boek 'Leeft Jezus of heeft hij alleen maar geleefd?'
schreef (Arnhem, 1930)werd hij in 1935 benoemd tot buiten
gewoon hoogleraar aan de universiteit van Amsterdam, een
jaar later tot gewoon hoogleraar aan diezelfde universiteit.
Inmiddels had hij het historisch-wetenschappelijke radica
lisme van de Leidse School tot ver buiten onze grenzen nieuwe
bekendheid gegeven door zijn boeken: 'Die hollandische
radikale Kritik' (1919) en 'Radical Views about the New
Testament', waarin hij wees op de gnostische achtergronden
van de evangeliën en waarin hij de wordende kerk als de dras
tische redactor herkende van de oud-christelijke literatuur
voor zover deze in de Bijbel was gekanoniseerd. Philosophic