89 Duijn tegens die Onderneemingen op te koomen en zijn Besit en Eigendoms Regt te mainteneeren' B. Van der Poorten heeft de grond die 'te eenenmaale heuvelagtig was met zeer veel kosten doen planeeren en met kreupelhout beplanten om dus, zo verre het moogelijk was, de woeste duinen tot vrugtgeevende Boschaadje te brengen. Deze onderneming niet geheel ongunstig geslaagd zijnde schrijft de voorzichtige koopman, 'heeft aanleiding gegeeven' om in 1767 nog meer duin in erfpacht te vragen, nl. meer dan tien morgen. Weer is het daartoe strekkend request opgesteld door Van Arum en gericht tot de Gecommitteerde Raden. Een be schikking er op blijft echter uit. Van der Poorten noteert, 'dat zulks daar aan zoude zijn toeteschrijven, dat het eeniger- maate onzeker zoude zijn, of het zelve gedeelte van de Wilder- nisse 't welk door den suppliant in erfpagt is verzogt aan de Graaflijkheid, dan wel aanMr.GuALTHERUS Petrus Boudaan, Burgemeester en Raad der Stad Amsterdam in eigendom zou de toebehooren'. In de verwachting een beslissing te kunnen bespoedigen, produceert Van der Poorten alsnog een schrijven van Mr. Boudaen, waarin deze er zijn goedkeuring aan hecht onder reserve van rechten indien door Ge committeerde Raden het verzoek om meer duingrond in erf pacht te mogen ontvangen, zou worden ingewilligd. Ook zegt Boudaen toe de erfpachtsovereenkomst gestand te zullen doen als eenmaal zal zijn vastgesteld, dat de grond in quaestie hem in eigendom toebehoort. Nog laat een beschikking op zich wachten, en verlangend de plannen die hij heeft, ten uitvoer te brengen, vraagt Van der Poorten in 1768 zijn vriend N. Bondt te Amsterdam voor hem een brief te schrijven aan Cornelis Thierry de Bye, procureur voor den Hove van Justitie en het College der Gecommitteerde Raden, griffier der lenen van Wassenaer en Zuidwijk, te 's-Gravenhage. Bondt zegt in zijn brief gehoord te hebben, dat het verzoek van Van der Poorten 'eenighe difficulteit ontmoet'. En verder: Mijn vriend weet niet hoe 't met dit werk zit, want de rentmeester generaal is ondertusschen gestorven en de heer Van Arum

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1958 | | pagina 115