91 -
De traditie wil, dat de Haarlemse schutters in het vergraven
en vlak maken van Van der Poorten's duin een werkzaam
aandeel hebben gehad, en verteld wordt, dat Van der
Poorten kapitein bij de schutterij zou zijn geweest. Gebleken
is echter, na onderzoek, dat hij in geen enkele rang daarbij
heeft gediend.
In 1791 liet Van der Poorten zich door de veelzijdige
Haarlemse schilder Wybrand Hendriks portretteren, een
klein niet al te fraai schilderijtje, hetwelk in het bezit was van
Jhr.jAN Willem Six van Vromade, doch in de veiling
catalogus van diens schilderijen (bij Mensing) in 1936 niet
wordt vermeld. Sindsdien is het onvindbaar gebleken.
Ruim zesenzeventig jaar oud maakt Van der Poorten op
25 februari 1792 voor de Haarlemse notaris Jan Schouten
zijn testament. Hij blijkt boven de f 100.000,gegoed te zijn
en benoemt tot zijn enige erfgenamen zijn zuster Louise
Franqoise voor de ene helft, en voor de andere helft de vier
kinderen van zijn broer Josua. In 1794 sticht hij een Fonds ad
Pios Usus, waarvan later Mr. David Jacob van Lennep ad
ministrateur is. Een jaar daarna, op 1 november 1795, over
lijdt hij in zijn eenentachtigste levensjaar, aan de 'koorts'.
Op 6 november d.a.v. wordt zijn lijk vanuit zijn woon- en
sterfhuis aan de Lange Begijnestraat te Haarlem, door hem
in 1780 voor f 9.900,gekocht, vervoerd naar zijn geboorte
stad, waar het begraven ligt10.
Adriaan de Waal Malefijt Jr. verkoopt als gemachtigde
op 4 februari 1796 de 'ruim negentien morgen duingrond,
met hout beplant, behoorende tot het Zwarte Veld, waarop
een Coupel is gebouwd' voor f 5000,aan Jan Messchert
van Vollenhoven te Amsterdam, op wie in april d.a.v. de
erfpacht wordt overgeschreven.
Vele zijner dagen had Van der Poorten gesleten op De
Beek bij zijn zuster Louise Franqoise, sedert 1775 weduwe
van Thomas van Beeck. Na haar broeders dood betrekt ze,
ook zelf de acht kruisjes naderend, voorgoed haar stadshuis te
Amsterdam, waar ze op 28 december 1798 overlijdt. Om
streeks een half jaar tevoren had zij De Beek verkocht aan