97 heuvel, toen bij de grens van zijn bezit, nu niet ver van de Hooge Duinendaalscheweg, liet Borski op een hoge top een houten koepel zetten met een ruim uitzicht op het golvend duinlandschap rondom. Al vóór 1900 was dit bouwsel door brand verwoest. Nog steeds wordt de plek daar 'de verbrande koepel' genoemd. De directe omgeving van het huis was naar de smaak van die tijd zeer fraai aangelegd: kleurrijke, kostbare, bloem perken, waartussen tuinsieraden waren opgesteld. Omstreeks 1860 werd de nu grote Wellingtonia (sequoia gigantea Decne) geplant, waarvan het bestaan tijdens de laatste oorlog ernstig werd bedreigd. Ook op Elswout bevindt zich een exemplaar van deze in ons land zeer zeldzame soort, in dezelfde tijd gepoot. Huis en tuin, zonnig gelegen op het zuiden en aan de westkant beschermd door het hoge beboste duin, worden door Potgieter, ergens in zijn geschriften, 'het neusje van den zalm' genoemd. Een afbeelding ervan geeft Lutgers in zijn plaatwerk, gewijd aan Haarlem's omstreken. David Borski, wiens laatste levensjaren werden geken merkt door een toenemende zwaarlijvigheid, die hem tot een zittend leven dwong, overleed te Amsterdam in april 1870. Bij testament had hij Mejuffrouw Insinger rijkelijk bedacht met legaten. Van Lindenheuvel, dat hij in 1846 uit de boedel van zijn toen overleden moeder had geërfd, kreeg zij een levenslang vruchtgebruik. De eigendom ervan verwierf zijn broer Johannes, van het Bloemendaalse 'Hartenlust', die bij zijn dood in 1891 de stad Amsterdam een half millioen gulden vermaakte voor uitbreiding der ziekenhuizen. Lindenheuvel vererfde toen op zijn nicht, Mevrouw de Wed. D. van der Vliet-Borski. Mejuffrouw Insinger, bij wie als tuinbaas o.a. G. van der Werf in dienst was, overleed in 1895, tweeënnegentig jaar oud. Na haar dood werd de plaats verhuurd aan de Heer en Me vrouw De Marez Oijens-Van Eeghen, die er lange jaren heb ben gewoond. Aan Ida en Cornelia de Marez Oijens, zusters van de Heer De M. O., heeft Nicolaas Beets zijn gedicht: Bloemendaal, opgedragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1958 | | pagina 125