DE BUITENPLAATS 'SPAAR-EN-HOUT' Iedereen, die wel eens op het Spaarne van Heemstede naar Haarlem gevaren is, kent het schilderachtige plekje op de Westelijke oever, waar het Doopsgezinde Rusthuis recht uit het water oprijst. Slechts weinigen weten evenwel, dat vroeger op dezelfde plaats het bijna gelijkvormige gebouw van de buitenplaats 'Spaar-en-Hout' stond. Net als zijn buur man 'Oosterhout' is het in het begin der zeventiende eeuw gesticht en werd het gedurende vrijwel zijn gehele bestaan door Amsterdamse geslachten bewoond. Het leek mij daarom interessant toe de geschiedenis hiervan te beschrijven, des te meer omdat in de jaarboeken van de vereniging 'Haerlem' al veel vaker de geschiedenis van buitenplaatsen in en om Haarlem is behandeld. Voorzover ik heb kunnen nagaan, begint de geschiedenis van 'Spaar-en-Hout' op 31 mei 1631 x, wanneer Johan Cor- nelisz. Geelvinck, oudburgemeester van Amsterdam en eigenaar van de naburige buitenplaats 'Oosterhout', voor schout en schepenen van Heemstede aan Andries en Sacha- rias Hoffmans transporteert een tuintje, voordien genaamd 'de Hennipthuyn', gelegen aan het Spaarne, groot omtrent 100 roeden, en nog een perceel tuinland, groot 275 roeden 7 voeten, dat volgens de meting van Hendrick Duyndam, gezworen landmeter, afgescheiden zou worden van zeker stuk land, genaamd 'de Hoppelanx', alles belend aan de Noordzijde de verkoper, aan de Zuidzijde de verkoper en Claes Fredericxz., in het Westen de erfgenamen van Alphert Jansz. en Jacques Schot en in het Oosten het Spaarne. Zacharias Hooftman, zoals de juiste naam luidt, werd op 26 februari 1604 Hervormd te Haarlem gedoopt als zoon van Harmen Hooftman, die uit Antwerpen uitgeweken was, en Maria Messing2. Onze Zacharias vestigde zich als

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1958 | | pagina 129