102
koopman te Amsterdam op de Herengracht, in welke stad
hij op 10 februari 1637 met Eva Voet trouwde, maar bezat
tevens een huis in de Koningstraat te Haarlem. Hij was dus
niet onbemiddeld, wat ook blijkt uit zijn aanleg, zij het op
bescheiden schaal, van 'Spaar-en-Hout', want ik zie geen
enkele reden de juistheid van het jaartal 1641 in de tuin
muur aan de Kleine Houtweg in twijfel te trekken.
Op 30 mei 1651 reeds transporteerde Eva Voet, weduwe
van Zacharias Hooftman3, aan Francois de Vicq 'een
hoffstede enz., betimmert aen Den Hout met een gemeene
laen van Den Hout tot aan den hofstede boven de ordinaris
inganck, gelegen buyten de Cleyne Houtpoort der stad
Haerlem aan den Ouden Hout, eensdeels onder de juris
dictie derselver stadt ende merendeels onder de heerlijck-
heyt van Heemstede', belent ten Zuiden burgemeester Johan
Cornelisz. Geelvinck en Jan Cramer, ten Noorden de erfge
namen van Cornelis Schellinger, de laan en de erfgenamen
van Willem van heythuizen, 'streckende voor van de halve
slooth van Den Hout (die niet gesloopt mach werden) ende
voorts van de hoffstede van de voornoemde Heythuizen
met een gemeene heyninge tot aan 't Spaerne ende tegen
het landt van den heere Geelvinck groot omtrent 2
morgen 91 voeten Rijnlandse maat'.
Deze akte geeft een nauwkeurige beschrijving van de
ligging van 'Spaar-en-Hout', welke nog beter uitkomt op de
gekleurde kaart van de heerlijkheid Heemstede, in 1643
getekend door de 'gezworen landmeter' Balthasar Floris
van Berkenrode en tegenwoordig bewaard in het Raadhuis
van Heemstede 4. Wij zien hierop nog slechts een bescheiden
hofstede, omgeven door een brede sloot, met een lange stenen
muur aan de Kleine Houtweg.
Francois de Vicq behoorde net als Zacharias Hooft
man tot een geslacht van Zuidnederlandse immigranten5.
Hij was geboren als zoon van Mattheüs de Vicq of de
Fick. Uit Antwerpen afkomstig vestigde deze zich als laken-
koper te Amsterdam, eerst in de Kalverstraat, daarna op de