104 Na de dood van Philips de Flines op 22 januari 1700 transporteerden zijn erfgenamen op 22 oktober 1701 'Spaar en-Hout' voor 20.600 Carolusguldens aan Guillelmo Pels, commissaris der stad Amsterdam en ontvanger der gemene- landsmiddelen 9. Bij deze gelegenheid wordt voor het eerst gesproken van 'een groot woonhuys, sijn uitsicht hebbende over het voorseyde Spaerne', hetgeen prachtig overeenstemt met bovengenoemde tekening. Guillelmo Pels, de nieuwe eigenaar, was een zeer vermogend Amsterdams koopman. Zo verrekende hij o.a. over het jaar 1695 door bemiddeling van de Wisselbank een bedrag van f 1.023.000,-10. Hij had dit van niemand vreemd, want reeds zijn vader Jean Lucas Pels en zijn grootvader Andries Pels dreven een zeer omvangrijke handel o.a. op Frankrijk, Noorwegen en de Oostzee. Hij was er de man naar 'Spaar-en-Hout' een nieuwe uitbreiding te doen ondergaan, wat blijkt uit zijn aankoop op 4 maart 1702 van Johan Cockeij van het aangrenzende buitentje 'Middelhout', groot 300 roeden, dat voor altijd bij 'Spaar-en-Hout' gevoegd werd u. Dit is niets anders dan de buitenplaats, op een deel waarvan het hofje van Heythuyzen indertijd verrezen was. In 1651 verkochten de regenten van het hofje een boerenwoning en tuin aan Hendrik van Vladeracken, die tevens de zaal of kamer overnam met de erfpacht van f 31,welke op de grond van het hofje rustte, zodat dit hiervan bevrijd was. Op 1 november verkochten vervolgens de erfgenamen van Hendrik van Vladeracken de buitenplaats 'Middelhout' aan Johannes Cockeij, koop man te Amsterdam. Het vermoeden van mej. dr. G. H. Kurtz in haar boekje over de Haarlemse Hofjes, dat er verband bestaat tussen het hofje van Heythuyzen en 'Middel hout' blijkt daardoor juist te zijn, alleen zijn de gebouwen van het hofje nieuw verrezen. In deze jaren zou de dichter Lucas Schermer hier ver toefd hebben12, hoewel ik hiervoor geen bewijzen, zelfs niet in zijn gedichten heb kunnen vinden. Immers Lucas Schermer werd op 5 september 1688 te Haarlem Hervormd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1958 | | pagina 132