108 deren, handwerken enz., waardoor zij zich een bescheiden plaats in de Nederlandse letterkunde wist te verwerven. In de trant van Betje Wolff en Aagje Deken schreef zij in 1884 een maatschappelijke roman 'De kleine Pligten', die ons een goede indruk geeft van het leven in Nederland in de Franse tijd. Vervolgens onderging zij de invloed van de opkomende Romantiek en zo kwam vijf jaar na haar debuut een historische roman 'De Schildknaap' uit, spelend ten tijde van de Kruistochten onder de regering van graaf Willem II van Holland. Verder staan nog enige kinder verhalen en enige vertalingen op haar naam. Het enige vermeldenswaardige betreffende 'Spaar-en-Hout' onder haar is, dat zij in 1820 door de architect M. G. Tetar van Elven de buitenplaats zo liet veranderen zoals wij haar bij P. J. Lutgers 'Gesigten in de Omstreken van Haarlem' (1837- 1845) afgebeeld vinden. Bij deze gelegenheid verdween het sierlijke smeedijzeren hek en belandde in het seminarie te Warmond. Na haar dood op 15 juli 1856 liet haar broeder en enige erfgenaam krachtens testament van 31 januari 1855 voor notaris mr. Johannes Commelin Junior te Amsterdam, Abraham de Neufville, commissaris van de Nederlandse Bank, welke zelf op een eenvoudige villa aan de Paviljoens laan, 'Houtvreugd', woonde, op 25 mei 1857 'Spaar-en-Hout' publiek verkopen 21Voor f 24.500,werd Julius Bunge, koopman te Amsterdam en consul van Saksen, de nieuwe eigenaar. Bij deze gelegenheid wordt gesproken over een herenhuis, stalling, koetshuis, tuinmanswoningen, oranjerie, koepel, enz., wat niet op grote veranderingen wijst, sedert de familie Van Gelder de Neufville de buitenplaats in haar bezit kreeg. De totale omvang bedroeg 3 bunder 55 roeden en 19 ellen. Hierbij kwamen dan nog de terreinen van het tegelijkertijd aangekochte 'Lommerlust' en 'Maag denhuis', waarvan het gebouw volgens J. F. Allan in zijn 'Geschiedenis en Beschrijving van Haarlem', dl. II (1877), blz. 169, in 1875 gesloopt werd. Julius Bunge was op 6 oktober 1809 te Amsterdam ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1958 | | pagina 136